Vuurstenen werktuig met berkenpek in de hand
Rijksmuseum van Oudheden
Neanderthalerlijm uit de Noordzee
Een vuurstenen werktuig met een teerachtige substantie blijkt een wetenschappelijke topvondst, zo meldt het Rijksmuseum van Oudheden. Onderzoek door een Nederlands team van wetenschappers toonde aan dat het gaat om berkenpek, een type lijm uit de oertijd. Dit werd 50.000 jaar geleden door Neanderthalers met complexe technieken gewonnen. De pek werd gebruikt als lijm of om het stuk vuursteen beter vast te kunnen houden. De vondst is onlangs gepubliceerd in de Proceedings of the National Academy of Sciences (PNAS), en onderstreept het grote belang van de verdronken Noordzeelandschappen voor de vroege geschiedenis van Nederland.
Complexe technieken
Het werktuig werd gevonden op het strand van de Zandmotor bij Den Haag en is afkomstig van de bodem van de Noordzee. Die was tijdens de IJstijd een bewoonde laagvlakte, waar Neanderthalers leefden, vaak onder barre omstandigheden. Door gebruik te maken van hoogwaardige kennis en complexe technieken voor het maken van werktuigen konden ze ontberingen als kou en voedseltekorten beter het hoofd bieden.
De lijm is waarschijnlijk ongeveer 50.000 jaar oud. Daarmee komt het uit een periode vóór de aanwezigheid van moderne mensen in Europa en moet het gemaakt en gebruikt zijn door Neanderthalers. De berkenpek kan op verschillende manieren uit berkenbast gewonnen worden, waarbij scheikundige basis kennis nodig is om meerdere voorbereidingen en handelingen in de juiste volgorde uit te voeren. Er is dus een complexe techniek gebruikt. Zo moeten de grondstoffen voor de lijm zijn verhit in een soort oven.
Mobiele groepen
Het wetenschappelijk belang van deze ontdekking is uitzonderlijk groot. In heel Europa zijn slechts twee andere vindplaatsen bekend van werktuigen met berkenpek: Königsaue in Duitsland en Campitello in Italië. De pekresten uit Campitello zijn met 200.000 jaar het oudst. De pek blijkt bij alle drie de vindplaatsen op een vergelijkbare manier geproduceerd te zijn. Dat betekent dat Neanderthalers structureel tijd en energie investeerden in het maken van samengestelde werktuigen.
De evolutie van complexe technologie wordt vaak in verband gebracht met samenwonen in grote groepen en op een vaste plek. Daar is bij Neanderthalers geen sprake van - zij leefden in kleine mobiele groepen. Volgens de onderzoekers investeerden Neanderthalers in Europa tijdens de IJstijd in technologie om ecologische risico’s zoals voedseltekorten te verlagen.
Vondsten vanuit de Noordzee
Dit vuurstenen werktuig is in 2016 door een amateur-archeoloog op de Zandmotor gevonden, een kunstmatig aangelegd stuk strand waarvoor een tiental kilometers uit de kust zand werd gewonnen. Dit zand levert veel vondsten op uit de periode van de ijstijden. Zo leverde de Noordzee al vele werktuigen van Neanderthalers, faunaresten uit de ijstijden en ook het eerste Neanderthalerfossiel van Nederland (2009) op. De vondsten getuigen van de vroege bewoning van Noord-Europa in een periode waarin sprake was van grote landschaps- en klimaatveranderingen. Ze onderstrepen daarmee de vindingrijkheid van Neanderthalers om klimatologische uitdagingen het hoofd te bieden en het belang van de Noordzee als unieke archeologische vindplaats.
Het vuurstenen werktuig met berkenpek is tot en met zondag 12 januari 2020 te zien in de centrale hal van het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden. Het onderzoek aan de vondst is verricht door een team archeologen en geologen van Stichting Stone, de Universiteit Leiden, Technische Universiteit Delft, Universiteit Utrecht, Rijksuniversiteit Groningen, de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, het Rijksmuseum van Oudheden, en de Werkgroep Steentijd Noordzee.