Archeologen hebben in het Duitse dorp Lützen menselijke overblijfselen opgegraven. Het blijkt om een massagraf te gaan uit de 30-jarige oorlog (1618 - 1648). “We schatten dat het om ruim 75 doden gaat, die dicht bij elkaar in verschillende lagen zijn begraven,” aldus archeoloog Susanne Friederich.

Het massagraf in Lützen is in de zomer van 2011 gevonden en beslaat een gebied van 42 vierkante meter. Nader onderzoek moet uitwijzen in welk jaar het massagraf is aangelegd. “Met behulp van antropologische technieken kunnen we de leeftijd, wonden, doodsoorzaken en ziektes van de slachtoffers bepalen,” aldus Friederich.

Volgens de archeologe is het graf zo groot, dat het met zes experts een jaar zou duren om alle lichamen op te graven en te analyseren. Tevens vermoedt ze dat de lijken zijn begraven zonder kleding, wapens of persoonlijke eigendommen. Met verdere analyse kunnen onderzoekers bovendien de herkomst van de lijken vaststellen. Volgens historische documenten zouden Duitsers, Zweden, Finnen en Schotten gevochten hebben in de Slag om Lützen.

In 1632 vond de Slag om Lützen plaats, die gewonnen werd door de Zweden. Echter, de Zweedse koning Gustaaf II Adolf sneuvelde in de slag, wat een grote terugslag voor het Zweedse leger betekende. De Duitsers vochten onder leiding van de katholieke generaal Albrecht von Wallenstein. De slag staat bekend als één van de meest bloederige gevechten in de 30-jarige oorlog.

Bron: The Local