Klassenverdeling onder eerste boeren in neolithicum
Een Brits onderzoeksteam heeft aangetoond dat er ‘erfelijke ongelijkheid’ bestond binnen de eerste boerensamenlevingen. Dit concluderen zij na een grondig onderzoek aan 300 neolithische skeletten. “De verschillen tussen de eerste Europese boeren werden waarschijnlijk veroorzaakt doordat mannen hun land nalieten aan hun zonen,”aldus dr. Penny Bickle van universiteit Cardiff.
Het onderzoeksteam bestaat uit wetenschappers van verschillende Britse universiteiten. Hun onderzoeksresultaten hebben uitgewezen dat er een klassenverschil bestond onder boeren in het neolithicum en dat dit te met het landgebruik. Zo hadden mensen die begraven werden met werktuigen als grafgiften beter land tot hun beschikking dan degenen die geen grafgiften meekregen.
Uit een isotopenanalyse verricht aan de tanden van 300 neolithische skeletten kwam naar voren dat de mensen die dissels (een soort werktuigen) meekregen als grafgift, hebben geleefd op voedsel wat werd verbouwd op lössgrond. Dit type aarde is zeer vruchtbaar en was dan ook uitermate geliefd bij de eerste boeren. “Zij hadden voortdurend beschikking over hun favoriete type land,” aldus Bickle. Daarnaast heeft de tandenanalyse ook uitgewezen dat de meeste vrouwen niet waren geboren in de buurt waar zij begraven werden. Hieruit concluderen de wetenschappers dat mannen het land erfden en dat vrouwen na het trouwen verhuisden naar het erf van hun man.
Deze bevindingen zijn waardevol omdat ze een uniek inzicht geven in de opbouw van de eerste boeren samenlevingen in het neolithicum. “De diversiteit binnen deze gemeenschappen is waarschijnlijk al vroeg ontstaan in de ontwikkeling van de landbouwcultuur. Het ontstond door nalatenschap van het land en niet door competitie om rijkdom.”
Bron: BBC