Een van de ivoren ringen
Hemer et al., Journal of Archeological Science, CC BY-NC-ND 4.0.
Ivoren ringen uit Angelsaksische graven onthullen vroegmiddeleeuws handelsnetwerk van meer dan 6.000 kilometer
Thomas van Roijen
Verspreid over Engeland zijn sinds de negentiende eeuw grote ivoren ringen gevonden in zo’n zeventig vroegmiddeleeuwse graven. Er is nooit achterhaald waar de ringen precies vandaan kwamen, totdat een recente ontdekking van Britse wetenschappers hier verandering in bracht. Het onderzoeksteam concludeerde namelijk dat het ivoor voor de ringen afkomstig was van Oost-Afrikaanse olifanten en dat de ringen in diezelfde regio zijn gemaakt. Dit betekent dat de voorwerpen meer dan 6.000 kilometer hebben afgelegd om bij Engeland te komen, wat ons veel nieuwe informatie oplevert over de handelsnetwerken van de vroege middeleeuwen.
Voor deze studie bestudeerden de onderzoekers een aantal graven op een Angelsaksische begraafplaats in het Oost-Engelse dorpje Scremby. De begraafplaats komt uit de periode tussen de late vijfde eeuw en halverwege de zesde eeuw en omvat tientallen graven. In de graven van zeven vrouwen werden ringen gevonden die uit grote stukken ivoor bestonden. Net als de eerder gevonden ivoren ringen (die al eeuwen worden ontdekt) zaten deze ringen om openingen van zakken die op de heup werden gedragen. Waar er geen discussie was over de functie van de ringen, was dat er wel over hun herkomst en vervaardiging.
Resten van een van de vrouwen met een ivoren ring op haar linkerheup
Hemer et al., Journal of Archeological Science, CC BY-NC-ND 4.0.
Walrussen, mammoeten of toch olifanten?
Historici en archeologen namen lang aan dat na de val van het West-Romeinse Rijk de Romeinse handelsnetwerken richting Noord-Europa eveneens verdwenen. De Romeinen haalden hun ivoor uit Noord-Afrika waar op olifanten werd gejaagd. Het idee dat het ivoor voor de ringen de grote afstand tussen Afrika en Engeland had afgelegd, werd voor onmogelijk gehouden. Deze zouden namelijk alleen via de oude handelsnetwerken in Engeland terecht zijn gekomen. Na de eerste vondsten in de negentiende eeuw gingen archeologen ervan uit dat het walrus- of narwalivoor was, of ivoor van mammoetslagtanden die men in de vroege middeleeuwen had gevonden. De recente vondst heeft echter uitgewezen dat het wel degelijk om olifantenivoor gaat.
Met behulp van de C14-datering hebben de Britse onderzoekers vastgesteld dat het ivoor ongeveer even oud is als de vroegmiddeleeuwse graven waarin de ringen zijn gevonden. Het kan dus onmogelijk om mammoetivoor gaan. Ook hebben de onderzoekers via massaspectrometrie, waarmee je o.a. moleculen kan identificeren, achterhaald dat het ivoor afkomstig was van olifanten.
Ets in een mammoetslagtand
Zde, CC BY-SA 4.0, via Wikimedia Commons.
Van Oost-Afrikaanse bodem
En hoe weten we dat het Oost-Afrikaanse olifanten waren? Hier zijn de Britse wetenschappers achter gekomen door strontiumanalyse uit te voeren. Strontium is een element dat zich in de grond bevindt en vrijkomt wanneer stenen breken. Het kan dan o.a. in plantenwortels en drinkwater terechtkomen die via consumptie op hun beurt terechtkomen in mens en dier. Strontium eindigt in botten, tanden en haar en kan onderzoekers in grote lijnen vertellen waar iemand in zijn leven geweest is. Het strontiumgehalte verschilt namelijk per bodemsoort, waardoor elk gebied een unieke strontiumwaarde kent. Door het strontium in het ivoor te analyseren konden de onderzoekers achterhalen dat het afkomstig was van olifanten die ergens in Ethiopië of Kenia leefden.
Archeologie Online is van de makers van Archeologie Magazine. Meer weten over dit prachtige magazine? JA GRAAG!
Het koninkrijk Aksum, dat zich in het huidige Eritrea en het noorden van Ethiopië bevond, speelde tot de zevende eeuw een prominente rol in de aanvoer van ivoor. Ook zijn er in de regio meermaals vondsten gedaan van werkplaatsen waar ivoor werd bewerkt. Zo is er in de gelijknamige hoofdstad van het oude koninkrijk een stuk ivoor gevonden waar duidelijk een ringvormig stuk uit was gehaald. De vorm komt sterk overeen met de ringen die in Scremby zijn ontdekt. De Britse onderzoekers vermoeden dan ook dat de ringen ‘hun’ handelsreis in hun afgewerkte vorm hebben afgelegd. In Engeland zijn tot dusver namelijk geen werkplaatsen aangetroffen waar ivoor werd bewerkt.
De vondst bewijst dat de Noord-Europese handelsnetwerken van de vroege middeleeuwen zich verder uitstrekten dan aanvankelijk werd aangenomen. Dat het West-Romeinse Rijk was gevallen betekende niet meteen dat de handel stil kwam te liggen. Integendeel: exotische handelswaren zoals de ivoren ringen werden over duizenden kilometers verscheept voor ze aankwamen bij hun eindbestemming. Verder onderzoek zal hopelijk uitwijzen hoe en waarom de ivoren ringen in de graven in Scremby terecht zijn gekomen.