Een groep militairen is vorige week in de Loonse en Drunense duinen mogelijk gestuit op een massagraf uit de Tweede Wereldoorlog. De soldaten waren met een grondradar gericht op zoek naar het graf, waarvan het bestaan al lang wordt vermoed. Er zouden veertien of vijftien verzetsstrijders liggen begraven.

Een man verklaarde onlangs tegen het Rode Kruis dat hij als kleine jongen heeft gezien dat in het gebied twee grote kuilen, omgeven door prikkeldraad, plotseling waren dichtgegooid. De kuilen lagen op een schietbaan die door Duitse militairen werd gebruikt. Naar aanleiding van die verklaring verzocht het Rode Kruis Oorlogsnazorg Defensie om de betreffende locatie in het Noord-Brabantse natuurgebied te onderzoeken.

Genisten gebruikten een grondradar waarmee tot acht meter in de bodem kan worden doorgedrongen. Ze vonden munitie, een mortier en prikkeldraad. Ook werden er veranderingen in de samenstelling van de bodem waargenomen die mogelijk wijzen op de lichamen van de verzetsstrijders.

Het zou dan gaan om gedetineerden uit de gevangenis van Haaren, die in de nacht van 26 mei 1944 naar het terrein in de Loonse en Drunense Duinen werden vervoerd. Onder hen waren verzetsstrijders uit Brabant, maar ook uit Amsterdam, Doorn en Groningen. Zij werden onder meer beschuldigd van overvallen op een distributiekantoor en op een bankloper. Het staat vast dat zij op die plek vervolgens zijn geëxecuteerd.

Verschillende pogingen om na de oorlog hun lichamen te vinden, leverden echter niets op. Mogelijk is daar nu dus verandering in gekomen. Er zullen echter eerst opgravingen gedaan moeten worden om zekerheid te krijgen over de vondst.

Bronnen: Omroep Brabant, NRC