Geen foto

Blijk van prehistorische handel in gereedschappen door opgravingen Denemarken

Blijk van prehistorische handel in gereedschappen door opgravingen DenemarkenTijdens opgravingen van de prehistorische nederzettingen in het Deense Sylttholm hebben archeologen verscheidene beenderen en gereedschappen aangetroffen. Gedurende het Mesolithicum en Neolithicum was de regio begroeid door riet waarin de prehistorische mensen hun artefacten verborgen. Experts geven aan dat de gebruiksvoorwerpen per soort en functie zijn gesorteerd.

Overgangsfase Mesolithicum naar Neolithicum

De meeste voorwerpen stammen uit de eerste eeuwen van het Neolithicum (4000 – 3500 v. Chr.) In deze periode werden er steeds meer nieuwe technologische uitvindingen vanuit Centraal Europa via Duitsland naar Denemarken gebracht. De gevonden voorwerpen zijn typisch voor de overgangsfase van de vroege Deense bewoners die in het Mesolithicum nog afhankelijk waren van vissen en jagen en in het Neolithicum steeds meer aan veehouderij en landbouw gingen doen.

Uitwisseling gereedschap tussen Duitsland en Denemarken

De artefacten zijn hoofdzakelijk gemaakt van lokale materialen, maar een aantal gereedschappen zijn gemaakt van ‘vreemde’ materialen. Zo werd er een bijl, een skolæstøkser, aangetroffen die afkomstig is van het Europese vasteland. Deze uitwisseling van gereedschappen schijnt licht op de vroege culturele uitwisseling in Europa. De banden tussen Duitsland en Denemarken zijn ook kenbaar door de vondst van een bijl gemaakt van edelhertengewei.

Bijl van elandengewei

De materialen van de bijl zijn Deens, maar het design van de bijl is van Duitse makelij. Al in het Mesolithicum werd er in Denemarken gebruik gemaakt van geweien bij het maken van bijlen, maar dit gewei heeft een typisch T-vormig ontwerp. Deze vorm was alleen gebruikelijk in Noord-Duitsland en het wordt aangenomen dat deze via het Duitse eiland Fehmarn in Denemarken terecht is gekomen. 

Bronnen

www.pasthorizonspr.com

 

Meer lezen