Fragmenten van een beker waaruit de hallucinogenen drank werd gedronken (links) en resten van gefermenteerd fruit die in de bekers werden aangetroffen (rechts).
M. Biwer, L.M.G. de la Rosa, J. Jennings / Royal Ontario Museum.
Bewijs gevonden: de Wari gebruikten hallucinerende middelen
Archeologen hebben in het zuiden van Peru bewijs gevonden van het gebruik van hallucinogene stoffen door de Wari-cultuur (600 - 1100 n.Chr.), van zo’n 1.200 jaar oud. De ontdekking werd gedaan bij een archeologische vindplaats genaamd Quilcapampa, een voormalige Wari-nederzetting. Eerder zijn al afbeeldingen van de Wari gevonden, waarop het gebruik van hallucinogene stoffen te zien is, maar fysiek bewijs hiervoor was er tot nu toe niet gevonden. Deze ontdekking brengt hier dus verandering in.
Wat is er gevonden?
Tijdens de opgraving vonden de archeologen 16 zaden van een vilca-boom (Anadenanthera colubrina). Deze bomen worden zo’n 5 tot 20 meter hoog en produceren zaden die de hallucinogene stof DMT bevatten. De zaden werden aangetroffen in een aardewerken drinkbeker, waarin ook resten van gefermenteerd fruit werden ontdekt. Volgens de archeologen zou het mengen van vilca met gefermenteerd fruit een nog sterker hallucinogeen effect veroorzaken. “Het is vrijwel zeker dat dit spirituele ervaringen waren”, liet onderzoeker Justin Jennings weten in een interview met Live Science.
-
L.M.G. de la Rosa.
Geschiedenis van Quilcapampa en de Wari
Quilcapampa werd gesticht rond 900 n.Chr. en alweer enkele decennia later verlaten. Waarom de nederzetting al na zo’n korte tijd weer verlaten werd is niet geheel duidelijk. Wel weten we dat deze plaats in zijn korte bestaan werd bevolkt door de Wari. Dit was een pre-Inca volk dat tussen 600 en 1000 n.Chr. een groot deel van de kuststreek van het huidige Peru domineerde.
Het vermoedelijke verspreidingsgebied van de Wari
qQuantum via Wikimedia Commons.
Aangezien de Wari niet over een schrift beschikten, bestaan er nog veel onduidelijkheden over dit volk. We weten bijvoorbeeld niet waar deze beschaving zijn regionale dominantie aan dankte. Ook weten we niet zeker of de Wari beschikten over een verenigde staat, of dat ze een verzameling onafhankelijke stadstaatjes vormden - al vermoeden historici dat het eerste scenario het meest waarschijnlijk is. De Wari-cultuur begon rond 800 n.Chr. in verval te raken, als gevolg van langdurige droogte, wat rond ca. 1100 n.Chr. leidde tot de definitieve val van het Wari-rijk. Hierna bleef het kustgebied van Peru eeuwenlang versplinterd, totdat de Inca’s in de 15de eeuw het gebied veroverden.
Belangrijk voor sociale banden
Het verkrijgen van vilca-zaden in Quilcapampa zal waarschijnlijk niet makkelijk geweest zijn, aangezien deze bomen niet in de regio groeien. “Deze zaden moesten verzameld worden in tropische bossen aan de oostelijke flanken van het Andesgebergte”, schrijven de onderzoekers in het onderzoek dat hierover verscheen in Antiquity. Waarschijnlijk bereikten de zaden vervolgens via langeafstand-handel Quilcapampa. De zaden lijken deze inspanning echter waard te zijn geweest. De archeologen vermoeden dat ze gebruikt werden door Wari-leiders om hun gasten en leden van hun gemeenschap aan zich te binden. “Het was een belangrijk middel om sociale banden te creëren, tussen de Wari-gastheren en hun gasten”, aldus co-auteur Matthew Biwer. “Het met vilca verrijkte brouwsel bracht mensen samen, in een gedeelde psychotrope ervaring. Tegelijkertijd konden de Wari-leiders hun machtspositie verstevigen, als leveranciers van de hallucinogene stoffen.”
Een vilca-boom (links) en een van de vilca-zaden ontdekt in Quilcapampa.
João Medeiros via Wikimedia Commons / M. Biwer.
De onderzoekers zijn nu van plan om een isotoopanalyse op de vilca-zaden uit te voeren, waarmee achterhaald kan worden waar de zaden precies vandaan komen. Zo hopen ze meer te weten komen over de handelsroutes van de Wari.
Bronnen: Antiquity, Live Science.
