De gemeente Vlissingen heeft aangifte gedaan tegen amateurarcheoloog Peter Hendrikse. Ze verwijten hem illegaal schatgraven in de gemeente. Hendrikse verwijt de gemeente op haar beurt een tekortschietende zorg voor het verleden.

Peter Hendrikse is altijd op zoek naar sporen van historisch materiaal in Vlissingen. Hetzelfde materiaal waar professionele archeologen naar op zoek zijn om de geschiedenis van Walcheren in beeld te brengen. Daarom deed de gemeente Vlissingen aangifte tegen hem, en twee anderen. Maar Hendrikse voelt zich helemaal geen schatgraver: Vlissingengek, dat wel.

"Ze zeggen vaak dat ik het doe voor het geld, maar dat is niet waar. Ik ben gek op alles wat met oud Vlissingen te maken heeft", aldus Hendrikse. Daarom struint hij zo vaak door de stad en is hij bij elk bouwproject te vinden. Altijd is de Vlissinger op zoek naar sporen van het verleden.

Onlangs was dit weer het geval in de Gasthuisstraat, waar oude muren en putten werden opengetrokken. "Een beerput en een waterput. Die zijn nu weg. Het waren stukken van het oude gasthuis dat daar heeft gestaan. Daar is weinig over bekend. Ik weet dat het een groot complex was, dat net buiten de wallen van de stad stond. Er zat namelijk een pesthuis aan vast en dat wilden ze natuurlijk niet in de stad zelf hebben. Ik vind dat ze daarnaar alsnog onderzoek moeten doen", aldus Hendrikse over de vindplaats.

Zoals de professionals van de Walcherse Archeologische Dienst en de Walcherse gemeenten hem schatgraverij en illegale praktijken (roof, diefstal) verwijten, verwijt hij hen een tekortschietende zorg voor het verleden. Dat is volgens Hendrikse te wijten aan een gebrek aan geld: "Daarom wordt er vaak te weinig onderzoek gedaan en laten ze historische resten in de grond zitten."

Lees het hele verhaal in de editie Walcheren van de PZC van woensdag.

(Bron www.pzc.nl)