Het uitgeholde bot met de dop van berkenteer (links) en de bilzekruidzaden (rechts)

Het uitgeholde bot met de dop van berkenteer (links) en de bilzekruidzaden (rechts)

BIAX Consult.

2.000 jaar oud uitgehold bot met hallucinogene zaden gevonden in Houten

In een Romeinse nederzetting bij Houten hebben archeologen een uitgehold bot uit de eerste eeuw gevonden met een dop van berkenteer. Het bot, dat waarschijnlijk afkomstig is van een geit of schaap, was gevuld met honderden zaden van de giftige en hallucinogene plant bilzekruid. Ondanks de giftige eigenschappen werd de plant volgens geschriften uit de eerste eeuw gebruikt als medicijn door de Romeinen. Fysiek bewijs daarvoor is echter nooit gevonden. Deze vondst brengt daar nu echter verandering in.

Tekst: Thomas van Roijen

Eerste bewijs van Romeins medicijn

Volgens de archeologen toont het uitgeholde en afsluitbare bot met de zaden aan dat het bilzekruid destijds bewust werd bewaard voor later gebruik. Op Europese archeologische vindplaatsen, daterend van de prehistorie tot de middeleeuwen, zijn vaker bilzekruidzaden gevonden. Maar definitief bewijs voor het gebruik hiervan was dit niet. Bilzekruid was namelijk ook een veelvoorkomend onkruid. Volgens archeologen was de kans dus groot dat deze zaden ook door puur toeval op de vindplaatsen zijn beland. Het bot waarin de zaden waren opgeslagen is het eerste fysieke bewijs dat de Romeinen bilzekruid bewust gebruikten vanwege zijn medicinale eigenschappen. Hiermee vult de vondst geschreven bronnen uit de periode aan.

Het bot (aangegeven met de onderste witte pijl) werd samen met een mand en potten gevonden

Het bot (aangegeven met de onderste witte pijl) werd samen met een mand en potten gevonden

Renswoude et. al.


Archeologie Online is van de makers van Archeologie Magazine. Meer weten over dit prachtige magazine? JA GRAAG!


Bilzekruid als pijnstiller en slaapmiddel

Bilzekruid is zeer giftig maar werd volgens Romeinse geschriften in kleine hoeveelheden toegepast als medicijn. Zo omschreef de eerste-eeuwse Griekse arts Dioskorides (circa 40 – 90 n.Chr.) het plantje als pijnstiller en slaapmiddel. Ook de Romeinse schrijver Plinius de Oudere (23/24 – 79 n.Chr.) noemde bilzekruid een effectief middel voor de verlichting van onder andere hoest, kortademigheid en tandpijn. Plinius waarschuwde echter ook voor de dodelijke en hallucinogene effecten van het middel en noemde het “van dezelfde aard als wijn en daarmee een aanval op het verstand”.

Bilzekruid in bloei

Bilzekruid in bloei

Syrio, CC BY-SA 4.0, via Wikimedia Commons.

Aan de grens van het Romeinse Rijk

Volgens de archeologen is het opmerkelijk dat de Romeinse medicinale kennis van bilzekruid zich tot in de verste uithoeken van het Romeinse Rijk had verspreid. De verschillende Romeinse nederzettingen rond het huidige Houten lagen namelijk aan de Limes, de noordgrens van het Romeinse Rijk die in dit deel van Nederlandwerd gemarkeerd door de Kromme Rijn. Dat bilzekruid als medicijn kon worden gebruikt was dus zodanig algemeen bekend in het Romeinse Rijk, dat men dit zelfs aan de uiterste noordgrens wist.

Uitzonderlijke vondst

De vondst is niet alleen voor de Romeinse tijd uitzonderlijk. In totaal zijn er in Noordwest-Europa namelijk maar vier andere vondsten gedaan die het gebruik van bilzekruid bewijzen. In slechts één van de andere gevallen werd het kruid aangetroffen terwijl het ergens in was opgeborgen: namelijk in een leren buidel in een Deens graf uit omstreeks 980. Het graf behoorde toe aan een waarzegster die het bilzekruid waarschijnlijk gebruikte vanwege zijn hallucinogene eigenschappen.

Meer lezen