De gouden broche van Dorestad: verstopt voor of door heidense rovers?
Wie kent niet het verhaal van de beroemde gouden broche uit Dorestad die ooit in paniek tijdens een Vikingaanval in een waterput zou zijn geworpen? In gedachten zie ik een woeste horde die met getrokken zwaarden komt aanstormen, de nederzetting onder luid gejoel plat brandt en de bevolking in gevangenschap afvoert. Het klinkt allemaal heel spannend, maar er klopt niets van.
Schijffibula
Om te beginnen is deze vergulde broche – eigenlijk is dit archeologische topstuk een schijffibula – gevonden op een erf in een waterput die vermoedelijk uit de achtste eeuw stamt. Deze putten gingen zo ongeveer een generatie mee, zodat het niet erg waarschijnlijk is dat het sieraad tijdens de Vikingaanvallen, die pas in 834 begonnen, in de put is terechtgekomen. Bovendien doen stijl en uitvoering van de decoraties vermoeden dat deze al in de Merovingische periode vervaardigd is, dus ver voordat er Vikingen naar onze streken kwamen.
Bijgift
Als de fibula in de put zou zijn geworpen, dan was die op de bodem teruggevonden. Maar dat is niet het geval. Het sieraad werd hoger in de schacht aangetroffen, in de homogene vulling waarmee de put vol gegooid werd toen deze buiten dienst gesteld werd. Toevallig bevonden zich aan weerszijden twee graven. Het is dus goed mogelijk dat daarvan grond in de put terecht is gekomen. In dat geval kan de fibula een bijgift uit één van deze graven geweest zijn.
Zwaard en lans
In de christelijke grafvelden van Dorestad zijn bijgiften weliswaar uitzonderlijk, maar bij de als heidens te beschouwen particuliere begravingen – de graven waren noord-zuid georiënteerd – op het erf waar de fibula werd aangetroffen, is dat niet zo vreemd. Niet ver daarvandaan werd op een belendend erf een kostbaar zwaard en een lanspunt gevonden die we vermoedelijk eveneens als heidense grafgiften kunnen beschouwen.
Heidense rovers
Toen de fibula in de put belandde, was het kleinood niet meer als kledingaccessoire in gebruik. De naald was verwijderd, twee ovale bevestigingsbeugeltjes waren platgeslagen. Kleine spijkergaatjes verraden een tweede leven als beslagstuk, waarvan is niet duidelijk. Het sieraad moet vervolgens ruw van zijn onbekende ondergrond zijn losgerukt voordat het in de waterput terecht kwam. Het werd beschadigd teruggevonden, enkele halfedelstenen ontbraken. Daarmee is het niet ondenkbaar dat deze fibula van een roof afkomstig is.
Het zou dus heel goed kunnen dat het in handen was van een heidense rover in plaats dat het voor heidense rovers verstopt werd. Het zou kunnen ...