Impressiebeeld van de tentoonstelling ‘Sterven in schoonheid’ in het Drents Museum

Impressiebeeld van de tentoonstelling ‘Sterven in schoonheid’ in het Drents Museum

Sake Elzinga

Topstukken uit Pompeii en Herculaneum in Assen

In het Drents Museum in Assen is deze winter opnieuw een topexpositie te zien, dit keer over het rijke leven in de twee Romeinse steden Pompeii en Herculaneum vóór de allesverwoestende uitbarsting van de Vesuvius in het jaar 79 na Christus. We kondigden deze expositie reeds in het vorige nummer van ons magazine aan (Archeologie Magazine 2022 nr 5, pag. 5). Nu we deze expo ‘Sterven in Schoonheid’ zelf hebben mogen aanschouwen kunnen we getuigen dat de samenstellers van deze expo er alleszins in geslaagd zijn echte topstukken uit Italië te presenteren in een archeologietentoonstelling die evenzeer kunstliefhebbers zal aanspreken. 

Tentoonstellingen over Pompeii en Herculaneum waren er in het verleden op verschillende plaatsen ter wereld te bewonderen. Zoals bijvoorbeeld in Londen (British Museum 2013). Maar ook in Nederland, zoals bijvoorbeeld in Den Haag (Gemeentemuseum 1973-1974), Amsterdam (De Nieuwe Kerk 1992-1993) en Nijmegen (Museum Het Valkhof 2006-2007). En recent nog in Liechtenstein (NationalMuseum Vaduz 2021-2022), Duitsland (Museum und Park Kalkriese 2022) en momenteel ook in diverse andere steden tot in 2023. Wat kan het Drents Museum daar nog aan toevoegen, zou je je kunnen afvragen. 

In zijn antwoord daarop legt directeur Harry Tupan van het museum nadruk op een andere invalshoek die in deze nieuwe tentoonstelling gekozen is. ‘In die eerdere tentoonstellingen stond vaak het leed centraal dat die gigantische uitbarsting van de Vesuvius teweegbracht, de ondergang van de plaatsen en met name van beide steden in de omgeving. Wij willen daarentegen vooral de cultuur van die steden laten zien vóórdat die ramp plaatsvond en dan vooral cultuur in de vorm van de schoonheid waarmee de mensen toen daar waren omgeven en waarin zij leefden. Die schoonheid manifesteerde zich niet alleen in technische maar ook in esthetische zin. We hebben daarom geprobeerd archeologie hier nu als kunst te etaleren’. 

Impressiebeeld van de tentoonstelling ‘Sterven in schoonheid’ in het Drents Museum

Impressiebeeld van de tentoonstelling ‘Sterven in schoonheid’ in het Drents Museum

Sake Elzinga

Schoonheid 

Bastiaan Steffens, conservator archeologie van het Drents Museum en samensteller van de tentoonstelling, licht toe hoe in deze expo is getracht de schoonheidsbeleving van beide steden weer te geven. ‘We hebben ons afgevraagd wat het met je doet wanneer je je omgeven weet door indrukwekkende standbeelden in het straatbeeld en andere pracht en praal. Dat moet toch een geheel eigen beleving geven. Mensen in de klassieke oudheid keken heel anders naar schoonheid dan wij. Dat leren we van denkers uit het oude Griekenland en het Romeinse Rijk. Topstukken uit Pompeii en Herculaneum in Assen Voor hen is schoonheid niet een kwestie van smaak zoals wij dat vinden – ‘smaken verschillen’ -, maar iets wat voor echte invloed zorgt en directe gevolgen heeft. Moraliteit, ethiek en schoonheid zijn in hun beleving met elkaar verweven. Als je mooie dingen aanschouwt zou dat er ook voor zorgen dat je tevens mooiere gedachten denkt en mooier spreekt. Schoonheid wordt bij hen ook gebruikt om ideaalbeelden weer te geven’. 

Drie expothema’s 

‘De tentoonstelling laat langs drie thema’s zien hoe die schoonheid in deze twee steden werd beleefd’, vervolgt hij. Die thema’s zijn: openbare pracht, gemaakte schoonheid en persoonlijke schoonheid. ‘Openbare pracht zoomt in op de kunst in de openbare ruimte, zoals badhuizen, tempels en theaters. Voor een metershoge print van het forum van Pompeï staan keizerportretten, theatermaskers en grafbeeldjes. Een deel is betaald door Rome vanwege politieke doeleinden, een deel door particulieren die hun stad mooier wilden maken. Zoals de bronzen fontein uit het zwembad van de palaestra van Herculaneum, een soort sportschool. Deze unieke waterspuwer heeft de vorm van de Hydra van Lerna, het slangachtige monster met vijf koppen uit het mythologische verhaal over de held Hercules. Uit indrukwekkende beelden van machtige keizers valt af te leiden hoe zij kunst voor propagandadoeleinden gebruikten. Om hun macht uit te dragen en ook om te laten zien wat de kracht is van het relatief nog jonge Romeinse keizerrijk’. Wat dat laatste betreft: in het jaar waarin de Vesuviusuitbarsting plaatsvond - 79 n.Chr. – is het keizerrijk pas zo’n eeuw oud. 

Het tweede thema: ‘gemaakte schoonheid’ wordt onder meer geïllustreerd met prachtige beelden waarmee rijke personen zich omringden om te laten zien dat ze smaak en status hadden. ‘We roepen in de expo ook de sfeer op van een weelderige tuin van een welgestelde Romein’, aldus Steffens. ‘Fresco’s met mythologische voorstellingen, bronzen dierfiguren, mozaïeken van Nijlscènes en een fontein staan opgesteld als in een geënsceneerd toneeldecor om gasten te imponeren’. Pronkstuk is het witte marmeren beeld van een hert dat wordt aangevallen door twee honden. Dit beeld, afkomstig uit de tuin van een grote monumentale villa in Herculaneum, verwijst naar een verhaal van de Romeinse dichter Ovidius (het verhaal van Diana en Actaeon: de naakte godin Diana wordt verrast door de jager Actaeon wanneer zij een bad neemt in het bos. Uit woede verandert Diana de jager zelf in een hert, waarop hij wordt verscheurd door zijn jachthonden). Ook zien we hier een prachtige fonteinkop met de afbeelding van de satyr Silenus die op een wijnzak zit. Deze is afkomstig uit de tuin van een villa net buiten Herculaneum. ‘In zo’n tuin konden de Romeinen deelnemen aan wat ze otium noemden: beschaafde besteding van je vrije tijd omringd door kunst en natuur’. 

Fresco’s uit Pompeii en Herculaneum op de tentoonstelling ‘Sterven in schoonheid’.

Fresco’s uit Pompeii en Herculaneum op de tentoonstelling ‘Sterven in schoonheid’.

Drents Museum

Het derde thema van de tentoonstelling handelt over persoonlijke schoonheid: het gebruik van schoonheid als vorm van zelfexpressie. Steffens: ‘De kunst die we in de huizen van Pompeï en Herculaneum vinden, nodigt de bezoekers vooral uit om te delen in het geluk van de huiseigenaren. Maar of de bewoners echt zo gelukkig zijn? Ze wilden vooral laten zien hoe succesvol ze zijn’. 

Te zien is hoe zowel rijk als arm de huizen decoreerden met kleurige schilderingen, marmeren portretten en beeldjes van goden en godinnen. Veel Romeinen lieten zichzelf portretteren op een geïdealiseerde manier. Zoals bakker Terentius Neo en zijn vrouw die zich in hun huis lieten vereeuwigen met schrijfgerei en toga om zo hun welvaart te communiceren of om politieke macht of hogere status te verkrijgen. Dit wereldberoemde fresco, zo zoetjes aan hét icoon van beide verwoeste steden, kan nu in het origineel ook in deze tentoonstelling worden bewonderd. Verder tonen kunstige gebruiksvoorwerpen, zoals een gouden armband in de vorm van een slang, een met goud en lapis lazuli ingelegde drinkschaal met Egyptische motieven, olielampjes en een zilveren spiegel, aan dat bij de Romeinen ook de alledaagse voorwerpen met de grootst mogelijke aandacht werden gemaakt. 

Meer lezen
Ook leuk om te lezen