Restanten van een grafheuvel.
Universiteit Leiden
Speuren naar vondsten op de Utrechtse Heuvelrug vanuit thuis
Tekst: Merijn van Nuland, via Universiteit Leiden.
We zien het de laatste tijd wereldwijd steeds vaker voorbijkomen: archeologen die hulp van vrijwilligers inschakelen om vanuit huis satelietbeelden te bestuderen. Ook Leidse archeologen riepen de hulp van vrijwilligers in om te speuren naar archeologische resten op satellietbeelden van de Utrechtse Heuvelrug. Mede door de uitbraak van het coronavirus werd het project een daverend succes: in een maand tijd werden alle 300.971 kaarten onderzocht.
Pakweg 20.000 kaarten zijn er de afgelopen weken aan zijn ogen voorbij getrokken. Dat is de inschatting van Sander Hunink uit Oss. In het dagelijks leven werkt hij als ecoloog, met een specialisatie in de Nederlandse natuurwetgeving, maar als hij even wat tijd over heeft – in zijn koffiepauze, tijdens de lunch – kruipt hij gauw achter de computer. En dan bevindt hij zich ineens zwevend boven de Utrechtse Heuvelrug, in een denkbeeldig helikoptertje boven de zandrug.
Hunink is een van de duizenden vrijwilligers die meedoen aan het project Erfgoed Gezocht, een citizen science-project van de Universiteit Leiden en Landschap Erfgoed Utrecht. Deze vrijwilligers gaan op gedetailleerde hoogtekaarten op zoek naar overblijfselen van prehistorische beschavingen op de Utrechtse Heuvelrug. Veel van die resten zijn namelijk te herkennen aan subtiele hoogteverschillen in het landschap: denk aan grafheuvels, Keltische raatakkers en oude karresporen (zie kader). De vrijwilligers doen dat vanuit huis, achter de computer. Dit maakt Erfgoed Gezocht het eerste grootschalige archeologische citizen science-project van Nederland.
‘Het is een gezonde vorm van verslaving geworden,’ zegt Hunink over de telefoon. ‘In een korte koffiepauze jas ik er gauw nog een paar kaarten doorheen. Het is gewoon spannend om te doen. Zal ik wat ontdekken op deze kaarten? Klopt het wel wat ik zie? En het geeft natuurlijk ook voldoening als je sneller bent dan de andere vrijwilligers, dat je echt als eerste die grafheuvel hebt opgemerkt.’
En Hunink is lang niet de enige die er zo over denkt. Toen op maandag 6 april de eerste 1500 hoogtekaarten van de Utrechtse Heuvelrug online werden gezet, gingen vrijwilligers massaal aan de slag. In 24 uur werd iedere kaart gemiddeld maar liefst dertig keer bekeken. In datzelfde tijdsbestek bezochten zo’n drieduizend mensen de website, en nog altijd zijn de bezoekcijfers uitstekend. ‘Ik vind het fantastisch,’ zegt archeoloog Quentin Bourgeois, die het project leidt namens de Universiteit Leiden. ‘Het overtreft mijn stoutste verwachtingen, zoveel interesse is er. In een maand tijd werden alle 300.971 kaarten onderzocht, dat was zonder al die vrijwilligers nooit gelukt.’
Bourgeois denkt dat de uitbraak van het coronavirus een rol speelt bij het grote succes van de campagne. ‘De afgelopen weken zaten we ontzettend veel thuis, en dan zoeken mensen natuurlijk iets te doen om die leegte op te vullen.’ Daarnaast speelt ook het succes mee van de vorige campagne van Erfgoed Gezocht. Eerder zochten vrijwilligers namelijk al naar archeologische resten op de Veluwe. Dankzij die eerdere ervaring geniet het project nu enige bekendheid.
Ook Hunink was er al bij op de Veluwe, vertelt hij. Dankzij die voorkennis heeft hij nu het archeologische fingerspitzengefühl om razendsnel interessante plekken te herkennen op de hoogtekaarten. Keek hij bij het Veluwe-project nog minutenlang naar iedere kaart, nu kan hij meestal in een paar seconden wel zien of er wat te ontdekken valt. Bij twijfel maakt hij een aantekening op het forum, waarna medespeurders en archeologische begeleiders de vondst aan een second opinion onderwerpen.
Het speurwerk op de Veluwe veranderde de manier waarop Hunink naar de Veluwe kijkt. Tijdens het project ontdekte hij – samen met de andere vrijwilligers – veel meer grafheuvels dan verwacht. De Veluwe was in de prehistorie dus waarschijnlijk veel dichter bevolkt dan altijd werd aangenomen, een nieuwtje dat landelijk werd opgepikt in de media. Hunink: ‘Vroeger woonde ik zelf in Rheden, en was de Veluwezoom mijn achtertuin. Nu draag ik bij aan het ontrafelen van de geschiedenis ervan, sta ik als het ware aan de wieg van een ontdekking. Dat vind ik geweldig.’
Grafheuvels
Gebruikt als: grafmonumenten voor vaak meerdere doden uit voornamelijk het derde en tweede millennium v.Chr.
Te herkennen aan: lichte ronde verhoging (ca. 1-2m hoog en 15m breed)
Keltische raatakkers
Gebruikt als: akkerpercelen van ca. 40 bij 40 meter uit de IJzertijd.
Te herkennen aan: wafelijzerpatroon van lage brede wallen (30 centimeter hoog, drie tot vier meter breed) die rond lagere delen (de akkers) liggen.
Karresporen
Gebruikt als: wegen voor het vervoer van mensen en producten.
Te herkennen aan: diepe brede en lange voren (ca. 50 centimeter diep) die in bepaalde delen nog goed te zien zijn.
Tekst: Merijn van Nuland, via Universiteit Leiden.