Schloss Moers

Schloss Moers

Foto: DZT/Stadt Moers

Hoe de Duitse stad Moers een groot Oranjestempel kreeg

Tussen Limburg en Essen ligt het stadje Moers dat een bijzondere band heeft met de Oranjes. Het behoorde namelijk 100 jaar aan Nederland toe, doordat Maurits van Oranje het plaatsje erfde. Maurits en zijn opvolgers drukten een eeuw lang een groot stempel op de stad. 

Dit artikel komt uit de eerste editie van het gratis online magazine Vorstelijk op pad over de Oranjeroute

Verovering en erfenis

Toen in Nederland de Tachtigjarige Oorlog uitbrak, was Moers, toen nog bekend als Meurs, de hoofdstad van het gelijknamige vorstendom. Aan het hoofd van het vorstendom stond graaf Adolf van Nieuwenaar, dankzij decennialange ingewikkelde huwelijkspolitiek ook graaf was van Limburg (in Duitsland). In 1585 koos graaf Adolf partij voor Willem van Oranje in zijn strijd tegen koning Filips II en voerde het bevel over een deel van het Staatse leger. Na de moord op Willem van Oranje werd Adolf van Nieuwenaar zelfs aangewezen als stadhouder van Overijssel, Zuthphen, Gelre en Utrecht. In die hoedanigheid stond hij naast Prins Maurits, die zijn vader opvolgde als stadhouder van Holland en Zeeland. Hij kon echter niet voorkomen dat de stad Meurs werd veroverd door de Spanjaarden. 

In 1589 overleed Adolf van Nieuwenaar door een ongeluk met buskruit in Arnhem. Omdat hij geen kinderen had, kwam het graafschap in handen van zijn vrouw Walburgis van Nieuwenaar, de stadhouderstitels gingen naar Maurits. 

Prins Maurits was inmiddels uitgegroeid tot een kundig veldheer en in 1597 veroverde hij samen met zijn neef en jeugdvriend Willem Lodewijk Moers op de Spanjaarden. Al enkele jaren eerder had Walburgis van Nieuwenaar in haar testament laten opnemen dat de stad na haar dood zou worden overgedragen aan Maurits, op voorwaarde dat hij zich wel zou blijven inzetten voor het protestantisme. 

Het begin van het Oranjebestuur in Moers

Maurits kon echter niet gelijk van zijn nieuwe bezit genieten, omdat de Spanjaarden van het graafschap inmiddels weer hadden ingenomen. In 1601 wist Maurits het graafschap weer te heroveren en nam daarna de stad meteen flink onder handen. Maurits liet vestingbouwer Simon Stevin naar de stad komen, om de middeleeuwse stad om te toveren tot een moderne vestingstad.

Rondom de stad verrees een stervormige aarden vestingwal compleet met bastions en ravelijnen. Rondom het middeleeuwse kasteel werd ook nog eens een grote citadel opgetrokken. Daarmee zou de stad onneembaar moeten worden. De omvangrijke vestingwerken werden ongeveer anderhalve eeuw later grotendeels weer afgebroken, maar als je naar het stratenpatroon van de stad kijkt, kun je nog altijd goed zien waar de wallen lagen. 

Een groot stempel op de stad 

Maurits’ overname betekende het begin van een grote bloeiperiode voor Moers. De stad groeide en bloeide en herstelde zich van de roerige periode aan het einde van de zestiende en het begin van de zeventiende eeuw. Met de aanleg van alle verdedigingswerken verrezen er ook in de straten van de stad nieuwe gebouwen, die bijna vierhonderd jaar later nog altijd gezichtsbepalend zijn. Ook cultureel werd onder het bestuur van de Oranjes een groot stempel op de stad gedrukt. Naar Hollands en Vlaams gebruik ontstonden er tijdens de heerschappij van de Oranjes meerdere schutterijen in de stad. De Bürgerschützenverein Hochstraß-Scherpenberg 1650 die in deze periode werd opgericht, bestaat nog altijd en mag zich met trots de oudste actieve vereniging van Moers noemen. Het bestuur van de Oranjes duurde tot 1702. In dat jaar overleed Willem III en erfde koning Frederik I van Pruisen de stad. Daarmee kwam een eind aan een eeuw waarin Moers onder de heerschappij van verschillende Oranjes viel.

De sporen van de Oranjes

Als je vandaag de dag meer wilt weten over de geschiedenis van de stad Moers, is een bezoekje aan het Grafschafter Museum een mooi begin. Het museum bevindt zich in het oude kasteel, dat nog altijd het hart van de voormalige citadel is. Daar merk je meteen dat prins Maurits niet de enige Oranje is waar het stadje iets mee heeft. Voor het slot staat een beeld van prinses Louise-Henriëtte, de dochter van Frederik Hendrik van Oranje, die ook een tijd over de stad regeerde. In de kelder van het slot is ook het Schlosstheater gevestigd. Dit theater staat bekend als het kleinste stadstheather van de Duitse deelstaat Nordrhein-Westfalen en behoort tot de kleinste stadstheaters van Duitsland. 

Hoewel de grote vestingwallen rondom het stadscentrum en het slot in 1763 werden afgebroken, is de vorm van de wallen, samen met de bijbehorende grachten nog altijd goed te zien in het stratenpatroon van Moers. Vanaf 1836, dus ruim zeventig jaar nadat de wallen werden afgebroken, werd een deel van de oude wallen omgebouwd tot groots stadspark. Dat waren niet de barokke stadsparken zoals die tot dan toe vaak gebouwd werden, maar voor die tijd moderne Engelse landschapsparken met slingerende paden, open plekken en afwisselende bomen en struiken. Het park is sindsdien stukje bij beetje uitgebreid. In de jaren 80 van de vorige eeuw kregen de parken op de plek van de stadswallen een beschermde status, waardoor je er vandaag de dag nog altijd een wandeling door het groen kan maken. ’s Zomers wordt er in delen van het park vrolijk getennist, gebarbecued en gespeeld. 

Dit artikel is afkomstig uit de eerste editie van het gratis online magazine Vorstelijk op pad over de Oranjeroute. Het hele online magazine lees je hier. Meer weten over Moers? Dat kan hier. 

Meer lezen
Ook leuk om te lezen