Het gebedenboek van Maria van Gelre: van ontdekking tot tentoonstelling
Naar het gebedenboek van Maria van Gelre is jarenlang onderzoek gedaan. Professor Johan Oosterman van de Radboud Universiteit kon jarenlang onderzoek doen naar het gebedenboek én naar de vrouw die het boek liet maken.
En dat terwijl het onderzoek eigenlijk het resultaat is van een toevalstreffer. In 2014 bestudeerde Oosterman een aantal colofons van gebedenboeken. Deze colofons kunnen vaak veel over de boeken vertellen, maar ook over de kopiisten die het harde werk moesten uitvoeren.
Kwetsbaar en uniek boek
Tijdens dat onderzoek kreeg Oosterman het colofon van het gebedenboek van Maria van Gelre onder ogen, en dat colofon sprong meteen in het oog. Maria liet zichzelf namelijk nadrukkelijk noemen. Dat vroeg om een nadere bestudering. Het bleek echter niet mogelijk om het boek op tafel te krijgen. De Staatsbibliotheek Berlijn vond het boek te kwetsbaar om nog te laten onderzoeken. Het gebedenboek was opgeborgen in een doos waar grote stickers op stonden dat de doos niet open mocht en zelfs de scans die van de pagina’s waren gemaakt, voldeden niet aan de strenge kwaliteitseisen die de bibliotheek zichzelf oplegde.
Toch lukte het Oosterman met enige overredingskracht om toegang te krijgen tot een aantal scans. Wat direct opviel, waren niet alleen de bijzondere verluchtingen en miniaturen, maar de teksten. Die waren zeldzaam, zo niet uniek. Veel van de gebeden in het boek zijn voor het eerst in de volkstaal van die tijd geschreven en in sommige gevallen ook voor het laatst. Daarmee is het boek een unieke bundel van gebeden, op maat gemaakt voor Maria.
Persoonlijke gebeden voor de hertog
Echt uniek waren de speciale gebeden voor de man van Maria, hertog Reinoud IV van Gelre. Die gebeden zijn om meerdere reden opvallend. Vaak gaan persoonlijke gebeden in dit soort gebedenboeken voor de zielenheil van de eigenaar van het gebedenboek, maar in dit boek bad Maria voor de veiligheid van haar man. De gebeden hebben ook nog eens een sterk persoonlijk karakter. In plaats van het gebruikelijke Reinald, werd de hertog aangesproken met het veel informelere Reinar.
Maria werd geacht deze gebeden, die toch zo’n zes pagina’s in het boek beslaan, dagelijks te bidden. En gezien de gebruikssporen op de pagina’s, heeft ze de pagina’s inderdaad vaak gebruikt.
Beschadigd perkament
Dergelijke schade aan het boek was wel een probleem voor de onderzoekers. Meer dan twee jaar lang werd het boek onderzocht om de staat van elke pagina te analyseren. De Staatsbibliotheek had het niet voor niets jaren buiten bereik van zowel publiek als wetenschappers gehouden. Het was nog maar de vraag of het boek geëxposeerd kon worden. Een van de grootste zorgen voor de onderzoekers en restaurateurs waren duizenden verticale microscopisch kleine barsten in de pagina’s. Hoewel de barsten alleen door een microscoop te zien zijn, was de schade zo groot, dat de pagina’s uit elkaar konden vallen als ze verkeerd gehanteerd werden. Oosterman schakelde meerdere specialisten in die zich over de zaak bogen, maar niemand kon vertellen hoe deze schade was ontstaan, en hoe de schade hersteld kon worden.
Een andere vorm van schade die veel voorkwam, was afbladderend pigment. Een veel voorkomend probleem bij dit soort boeken. Besloten werd om het boek te conserveren in plaats van te restaureren. De onderzoekers herstelden de afgebladderde stukken niet, maar zorgden er wel voor dat de schade niet nóg groter werd. Het boek was echter te groot om alle vellen van het boek op deze manier te behandelen. Daarom selecteerde het team van Oosterman een aantal pagina’s die werden geconserveerd en nu zijn opgenomen in de tentoonstelling.
Onderzoek naar Maria van Gelre
De persoonlijke teksten in het gebedenboek brachten Oosterman ook op het spoor van Maria van Gelre zelf. Om al die persoonlijke teksten en verhalen goed te interpreteren, moest hij immers ook de persoon zelf kennen. En dus moest hij de archieven in om meer over de vrouw van de hertog te weten te komen. Daarmee breidde het onderzoek zich flink uit. Ondertussen werkten natuurkundigen, scheikundigen, historici en kunsthistorici aan het onderzoek. Dat onderzoek moest wel betaald worden. Normaal wordt zo’n onderzoek gefinancierd vanuit fondsen, waarvoor wetenschappers zoals Oosterman zich door een lang traject van aanvragen en planningen heen moeten worstelen. Maar dit onderzoek was begonnen met een min of meer toevallige vondst in de Staatsbibliotheek in Berlijn. Een belangrijk middel om voldoende geld bij elkaar te krijgen, bleek crowdfunding. Een crowdfundingsactie in 2015 bleek uitermate succesvol. De benodigde 30.000 euro was snel bij elkaar geschraapt en ook andere fondsen zegden geld toe. Zo verschoof ook de focus van de tentoonstelling van het gebedenboek naar Maria van Gelre zelf.
Succesvolle crowdfunding
De crowdfunding was niet alleen een belangrijke financiële impuls voor het onderzoek, maar het hielp de onderzoekers ook een heel eind op weg in het verwerken van alle informatie. Een van de tegenprestaties die de deelnemers aan de actie was beloofd, bestond namelijk uit een unieke scan van een pagina uit het gebedenboek, met een korte toelichting. De actie was zo succesvol dat Oostermans team 250 scans van een toelichting moest voorzien. Een heleboel werk, maar ook een mooi moment voor de onderzoekers om te bepalen wat ze over het boek konden vertellen.
Het archiefonderzoek naar de gangen van Maria van Gelre leidde Oosterman ook op het spoor van een bijzonder voorwerp, dat is opgenomen in de tentoonstelling. Hoewel er in de loop der jaren uitgebreid archiefonderzoek is gedaan naar het hof van Gelre, stuitte Oosterman al aan het begin van zijn onderzoek op een document dat vertelde dat Maria van Gelre een klooster in Renkum bezocht om daar tot Maria te bidden. Het Mariabeeld dat de hertogin daar bezocht, bestaat nog steeds. Zo werd voor de onderzoekers het leven van Maria haast tastbaar.
Rijkdom van een krachtige vrouw
Het verhaal van de tentoonstelling toont hoe zeer het gebedenboek van Maria van Gelre verbonden was met haar leven. Iemand die zo’n, in z’n tijd al uniek gebedenboek liet maken, moet een bijzonder persoon geweest zijn. Het lijkt er ook op dat Maria dat zeker was. Waar ruimte was, nam ze die en zo speelde de hertogin een hoofdrol in een onrustige periode rond 1418, toen de ridderstand en stadsbesturen hun onvrede over de opvolging van Reinald lieten merken. Onder de ‘verbondsbrief’, die naar aanleiding van de onderhandelingen werd opgesteld, prijkt het zegel van de hertogin, niet dat van haar man.
Het gebedenboek laat ook niet alleen de pracht en praal van het hertogelijke hof zien, maar straalt ook de macht en rijkdom uit van het hertogdom Gelre, dat tot in de zestiende eeuw een van de machtigste gebieden in onze contreien was en de invloed die een van de hoofdrolspelers in dat machtige gebied kon uitoefenen.