Geen dag zonder dijk: Archeologisch onderzoek van zeedijken in West-Friesland

Redactie

In een delta- en kustlandschap zoals het Noord-Hollandse is de strijd tegen het water welhaast vanzelfsprekend aan de orde van de dag. Essentieel onderdeel daarvan vormt de dijkbouw, uiteraard ook voor archeologen belangrijk voer voor onderzoek.

Michiel H. Bartels

Bouwen van dijken

Geen dag zonder inspanningen zorgden voor droge voeten. Huzarenstukjes van waterbouwkunde werden gerealiseerd door gemeenschappelijk overleg –het spreekwoordelijke polderen-, technische voorbereiding en onderzoek. Voor de komende 50 jaar staan ons grote problemen te wachten, de zeespiegel stijgt door opwarming van de aarde, terwijl het land daalt en het nog meer gaat regenen. Zonder drastische maatregelen zullen de tijden van overstromingen en watersnoodrampen weer terugkeren. Daarom worden in het hele land rivieren verbreed, dijken verzwaard, zand opgebracht, gemalen vervangen of bijgebouwd.

Deze problematiek was maar al te bekend bij de generaties voor ons. De bewoners van de Lage Landen veroorzaakten door hun eigen ijver een bodemdaling. Veenkussens verdwenen door ontginning en ontwatering als sneeuw voor de zon. Door milieumatige veranderingen stroomde steeds meer zeewater het land binnen. Beveiliging daartegen werd gevonden in het bouwen van dijken, dammen, sluizen en watermolens; het ensemble dat ‘typisch Hollands’ zou gaan heten. De uit de nood geboren ingrepen bleken onomkeerbaar, hoe harder het water uit de polders en droogmakerijen werd gepompt, des te sneller het land zakte, waardoor de molens meer water moesten opvijzelen en de dijken steeds steviger werden uitgevoerd. Zwaardere dijken zakten steeds dieper weg in de slappe ondergrond, waardoor weer kans op breuk ontstond.

Omringdijk

Het Nederlandse landschap van kronkelende dijken, met wielen, dijkwoningen, kerkjes en sluizen werd vanaf 1970 monumentaal gevonden. In alle kustprovincies werden delen ervan op de monumentenlijst geplaatst. Het grootse monument ligt in West-Friesland. Dit is de huidige Westfriese Omringdijk, een gemeenschappelijke ringdijk van 126 km lang aangelegd tegen de toenmalige woeste Zuiderzee. Zoals veel andere dijken, was ook deze dijk na uitgesteld onderhoud kwetsbaar geworden. Het hoogwaterbeschermingsplan zorgde tussen 2007 en 2012 dat deze dijk op veilige hoogte werd gebracht. Dat werk is nu voltooid. Parallel aan dit werk verliep het archeologisch onderzoek aan de dijk.

De dijk van buiten oogt als een uniform geheel; rechte en slingerende stukken, aan de zeezijde belegd met gras en zware stenen of basalt, aan de landzijde een talud van gras met daarop schapen. De schijn bedriegt. Bij het versterken van de dijk ging deze tot op de ribbenkast open en kon de ontwikkeling van de dijk worden ontleed. De dijk tussen Hoorn en Enkhuizen bleek op een zeer diverse wijze te zijn gebouwd waarbij een scala aan materialen was toegepast. De worsteling van de bewoners van de polders om de dijk in stand te houden werd voor het eerst goed leesbaar. Archeologisch leesbaar wel te verstaan, want historische bronnen over hoe de dijkbouw precies in zijn werk ging, komen pas spaarzaam vanaf de Gouden Eeuw voor.

De kern van de dijk bestond op sommige 15e -eeuwse stukken uit grof gestapelde zoden. Daarover legde men een kern van gemixte klei en een bedekking van graszoden. Uit nood werd de dijk teruggelegd, soms zelfs over de kerkhoven heen. Opgravingen bij Oosterleek en Almersdorp lieten dit zien. Wanneer het zeewater dicht aan de dijk kwam, spoelde de klei weg. Als maatregel werd de zeezijde van de dijk dan weggegraven en vervangen door een paalwering met een wierriem. Een rij forse palen werd in de bodem langs het water geslagen, aan de voet kwam een puinbestorting. Tussen de dijk en de palen werd ontzilt zeegras vastgestampt om gezamenlijk een bolwerk tegen de zee te vormen. De palen werden met grote schepen, de houthaalders of katschepen, geïmporteerd uit zuidelijk Noorwegen en westelijk Zweden. Nog was West-Friesland niet veilig.

Rampen

Een ramp van Bijbelse omvang bracht een vloek over de dijken. De paalworm knaagde in twee jaar tijd van 1730 tot 1732 nagenoeg de hele paalwering weg. Het land leek verloren. Alleen door een gezamenlijk ultieme krachtsinspanning en astronomische kosten kon het vollopen van Noord-Holland en West Friesland worden voorkomen. Een zware steenwering bestaand uit onder meer keien van Drentse hunebedden werd aan de voet van de dijk gestort. De stenen werden per schip van heinde en verre aangevoerd. Kastelen werden zelfs afgebroken om de dijk met breekpuin te versterken.

Niet alleen dijkbouw, maar ook reparaties werden onderzocht. In de zomer van 2015 werd voor de aanleg van een groot gemaal bij Schardam, 4 km zuidelijk van Hoorn, een gat van 8 m diep en 40 m breed in de voormalige Westfriese Omringdijk gegraven. De archeologen verwachtten een mooie dijkopbouw van de 13e tot en met de 21e eeuw te vinden. In plaats daarvan troffen zij een volledig ander beeld aan; een volgestort kolkgat van een 15e -eeuwse dijkbreuk. Door slecht onderhoud was de dijk gebroken, het land ondergelopen en een wiel ontstaan. Het vernuft waarmee een meters diep kolkgat werd gedicht, en de dijk weer op peil werd gebracht, mag een staaltje van 15e -eeuwse dijkbouwkunde worden genoemd. Verzakkingen bleven echter plaatsvinden. Het werd nooit meer een stabiele dijk.

Kennis

In het hele –voormalige- kustgebied van Nederland vind inmiddels onderzoek plaats naar het ontstaan en de bouwwijze van zeedijken. Veel data worden nu verzameld, synthese en conclusies uit het onderzoek is de volgende stap. Archeoloog Gerrit van der Heide, de pionier van het Nederlandse onderzoek naar zeedijken, deed in 1957 al een voorspelling. Door het aannemen van de Deltawet in dat jaar zou in de nabije toekomst het Nederlandse dijkenlandschap ingrijpend veranderen. Onderzoek in het kader van kennis en behoud was geboden. Zijn voorspellingen komen zeker uit. In de komende jaren zullen uit voorzorg tientallen kilometers historische monumentale dijken in het gemeenschappelijk belang op de schop gaan. Kennis van de dijken door archeologisch en historisch onderzoek is een belangrijke factor. De dijken lijken opeens minder alledaags, daarom kunnen wij geen dag zonder dijk.

Dit artikel is eerder verschenen in de special De Archeologie van Noord-Holland van Archeologie Magazine in mei 2015.

Meer lezen