Het altaar op de foto hierboven is opgericht in naam van de godin Nehalennia, een lokale Zeelandse godin tijdens de Romeinse tijd

Het altaar op de foto hierboven is opgericht in naam van de godin Nehalennia, een lokale Zeelandse godin tijdens de Romeinse tijd

Rijksmuseum van Oudheden, Leiden.

De drievoudige Nehalennia

Het altaar op de foto hierboven is opgericht in naam van de godin Nehalennia. Nehalennia was een lokale godin uit Zeeland. Zij werd vaak afgebeeld met een mutsje, een lange jurk en schoudermantel. Het altaar is 89 bij 53 bij 22 centimeter groot en enorm zwaar. Het weegt 270 kilo.

In 1970 heeft schipper Klaas Bout uit Tholen vier fragmenten van Romeinse altaren opgevist uit de Oosterschelde. In de jaren daarna is het Rijksmuseum van Oudheden een samenwerking aangegaan met vissers uit de Oosterschelde om te zoeken naar andere altaarstukken. Hiervoor gebruikten ze dezelfde vissersboot, de Tholen 6 Johanna Cornelia van Bout om te zoeken naar altaren en eventuele andere vondsten. Het altaar op de foto, met een bijzondere drievoudige versie van de lokale godin Nehalennia, werd in 1982 door een duiker gevonden en is sinds 2017 in het Rijksmuseum van Oudheden te bewonderen.

Sinds de jaren 70 zijn er in de buurt van Colijnsplaat fragmenten van meer dan 300 altaren uit het water gevist.

Nehalennia wordt over het algemeen afgebeeld als een enkele godin met kenmerkende klederdracht. Op dit altaar is zij in drievoud afgebeeld. We weten dat dit Nehalennia moet zijn dankzij de inscriptie op de voorkant. Hierop staat dat het altaar aan haar is gewijd. De kleding waarin de meerdere Nehalennia’s staan afgebeeld, verschilt van elkaar. Hoewel Nehalennia normaal een lange jurk met een schoudermantel zou dragen, wordt ze op dit altaar in een lange jurk afgebeeld die wordt dichtgemaakt met een fibula (een mantelspeld die verschillende stukken kleding bij elkaar houdt).

Deze drie Nehalennia’s blijken hetzelfde gekleed als de drievoudige moedergodinnen uit de Eifel in Duitsland, waar destijds vergelijkbare godinnen werden vereerd. Het kan zijn dat dit altaar naar de Oosterschelde is gebracht door Marcus Justinius Albus, wiens naam gegraveerd staat in het altaar en hier gebruikt is als altaar voor Nehelennia. Er gold in de Romeinse tijd godsdienstvrijheid waarbij deze vorm (en vrije interpretatie) van verering niet ongebruikelijk was.

Colijnsplaat was een belangrijk internationaal scheepvaartknoopunt voor de handel met Britannia (de Romeinse provincienaam voor Engeland). Mensen met verschillende culturele achtergronden vereerden hier godin Nehalennia op een manier die goed paste bij hun persoonlijke religieuze overtuigingen.

In 2017 is dit altaar aangekocht door het Rijksmuseum van Oudheden. Het staat nu tentoongesteld in de vaste collectie van het museum op de afdeling Nederland in de Romeinse tijd. Wil jij het altaar en andere Romeinse prachtstukken bewonderen? Reserveer dan alvast een bezoek aan het Rijksmuseum van Oudheden via de website.

Meer lezen
Tijdvakken
Landen
Thema's