Zestiende-eeuwse werkplaats van alchemisten gevonden
In Duitsland hebben archeologen een zestiende-eeuwse werkplaats gevonden. Op basis van de hier aangetroffen voorwerpen gaan zij er vooralsnog vanuit dat het hier een werkplaats van alchemisten betreft.
Franciscanerklooster te Wittenberg
Zo’n vier jaar geleden groeven archeologen te Wittenberg een Franciscanerklooster op. Hier vonden zij onder andere een zestiende-eeuwse afvalberg bestaande uit voornamelijk stukken glas. Er werd weinig aandacht aan besteed, en de stukken glas werden afgevoerd naar een depot. Archeochemicus Christian-Heinrich Wunderlich besloot toch nader onderzoek te doen naar de scherven, omdat sommigen aparte vormen en kleuren hadden. Een chemische analyse toonde aan dat het glaswerk onder andere kwikzilver, zwavelzuur en antimoon bevat had. De archeologen hadden zonder het door te hebben gehad een werkplaats van alchemisten gevonden.
Bewijs van alchemie
Vervolgens werd er een restauratrice bijgehaald. Zij wist in anderhalf jaar tijd de resten glas om te toveren tot grote en kleine distilleerkolven, distilleerhelmen, retorten, smeltkroezen en een fiool. Allemaal spullen afkomstig uit een werkplaats voor alchemisten.
Alchemie in de zestiende eeuw
Volgens Wunderlich was alchemie tijdens de zestiende eeuw geen vreemde bezigheid: in Midden-Europese vorstenhuizen hielden velen zich bezig met de alchemie. Het gebeurde aan allerlei hoven, en men probeerde bijvoorbeeld medicijnen te maken. Zo is van bijvoorbeeld keurvorst August I van Saksen, die in de vroege zestiende eeuw o.a. over Wittenberg regeerde, zich interesseerde voor alchemie. Hij hield zich bezig met de metallurgische alchemie: de zoektocht naar de Steen der Wijzen. Zijn vrouw, Anna van Denemarken, hield zich bezig met de ‘paracelsische’ alchemie. Dit was de ontwikkeling van nieuwe medicijnen.
Bron: NRC 28 en 29 januari
Afbeelding: wikimedia.org Alchemik Sedziwoj