Tentoonstelling Paard & Ruiter
Deze week is in het Allard Pierson Museum te Amsterdam de officiële opening van de dubbeltentoonstelling Paard & Ruiter – van Homerus tot Djenghis Khan. Hier wordt het verhaal van paard en ruiter in de Griekse wereld (1.300 – 300 voor Chr.) en op de steppe van Mongolië (600 – 1.400 na Chr.) verteld. Van 16 mei tot en met 16 september 2012 is deze tentoonstelling voor het publiek te bewonderen.
Naast de ingang van de tentoonstelling is een enorme wereldkaart tegen de wand geplaatst. Hierop weergegeven staan de grenzen van het Mongoolse Rijk op het hoogtepunt, omstreeks 1279 na Christus. Daarnaast staan ook de grenzen van het huidige Mongolië, Griekenland en Nederland gemarkeerd. Wanneer je vervolgens de tentoonstelling betreedt krijg je eerst een film met een korte geschiedenis van paard en ruiter te zien. Daarna kun je kiezen of je eerst de Griekse wereld of eerst de Mongoolse wereld binnen gaat.
Paard en Ruiter in de Griekse wereld
Het Griekse gedeelte van de tentoonstelling bestaat geheel uit de eigen collectie van het Allard Pierson Museum.
In de wereld van de oude Grieken was het paard een statussymbool. Het dier werd gebruikt tijdens de jacht en wedstrijden en voor het trekken van strijdwagens. Men reed op het paard naar de strijd, maar vocht te voet. De eerste afbeelding van een paard met strijdwagen staat op een vaas uit 1.300 voor Chr.
Ook in de mythologie was het paard belangrijk. Zo was er de Centaur: half mens, half paard; een Hippogrief: half vogel, half paard; en de Pegasus: het gevleugelde paard.
De cavalerie kwam tot bloei ten tijde van Philippus II (382-336 voor Chr.) en Alexander de Grote (356-323 voor Chr.). Alexander de Grote had één paard dat hij tijdens al zijn veldslagen bereed. Toen het dier stierf, stichtte hij op die plaats een stad en vernoemde deze naar zijn paard: Bucephalus. Dit paard is ook te zien op het beroemde Alexandermozaïek uit Pompeï. Tevens is er een strijdscène uit de film Alexander te zien.
Paard en Ruiter op de Mongoolse steppe
Het Mongoolse gedeelte van de tentoonstelling toont recente archeologische vondsten, afkomstig uit rotsgraven in Mongolië. Deze vondsten dateren uit de 7e tot de 14e eeuw na Chr. en zijn gevonden op hoogtes tussen 1.800 tot 3.000 meter. Men begroef de doden hier, zodat ze niet verstoord zouden worden. Op deze hoogte is er weinig zuurstof, waardoor skeletten en grafgiften uitzonderlijk goed bewaard zijn gebleven.
Wanneer je de Mongoolse tentoonstelling binnenstapt zie je het skelet dat tijdens de laatste opgraving van een rotsgraf is aangetroffen. Deze man uit de 7e of 8e eeuw vertoont botslijtage dat is ontstaan door paardrijden. Dit zijn de eerste menselijke resten waarbij dit soort sporen duidelijk herkenbaar is. Er is slijtage aan de kniegewrichten en onregelmatigheden aan het kraakbeen in de gewrichtsholte van het heupbeen.
In dit graf zijn verschillende grafgiften gevonden, welke ook te bewonderen zijn. Zo zijn er in het graf een houten zadel en metalen stijgbeugels gevonden. Het houten zadel is meerdere malen gerepareerd, wat suggereert dat het zadel gebruikt is door de begraven persoon en dat hij er gehecht aan was. Ook de stijgbeugels waren van groot belang voor de Mongoolse strijders. Doordat ze stabiel op hun paard konden zitten waren ze zelfs in staat om al rijdend hun pijlen af te schieten op de vijand. Een aantal aangetroffen bogen en pijlkokers met pijlen zijn te bewonderen in de tentoonstelling, samen met een aantal replica’s hiervan.
Alle spullen van de ruiter moesten licht en makkelijk te paard te vervoeren zijn. Zo is er in het graf een hoekharp aangetroffen, welke uit eenvoudig in- en uit elkaar te halen delen bestond. De hoekharp heeft een uitsnede van een paardenhoofd aan het uiteinde en bevat inscriptie en inkerving van een jachtscène. Ook een flinterdun handgemaakt houten servies en een tasje van visleer zijn aangetroffen.
Aan het einde van de tentoonstelling staat een volledig ingerichte Yurt (Mongoolse woonhut) en is een verkleedruimte voor jong en oud, waar bezoekers zich in Mongoolse kleding kunnen hullen en een foto kunnen maken op de troon van Djenghis Khan.
Hedendaags Mongolië
Tegenwoordig leeft een groot aantal Mongoliërs nog steeds als nomaden. Paardrijden is dan ook nog altijd van groot belang in het land. Gelijktijdig met de dubbeltentoonstelling is er dan ook een selectie foto’s en prenten van het hedendaagse Mongolië te bewonderen. De met de Canon Prijs bekroonde fotograaf Jeroen Toikens geeft hiermee op indringende wijze inzicht in het nomadisch leven aan het begin van de 21e eeuw. Daarnaast zijn er prenten, tekeningen en kunst te bewonderen.
Randprogramma
Bij de tentoonstelling verschijnen ook twee afzonderlijke publieksboeken, één over het Mongoolse deel van de tentoonstelling (€17,95) en één special van AP Mededelingen van de Vereniging van Vrienden van het Allard Pierson Museum over het Griekse gedeelte (€6,50). Deze uitgaven zijn verkrijgbaar in de museumwinkel.
Verder is er een brede randprogrammering die te vinden is in de agenda van het Allard Pierson Museum.