Archeologen hebben sporen gevonden van een veldslag tussen Germaanse stammen en de troepen van Julius Caesar. De veldslag vond plaats in 55 voor Christus. De vondst werd aangetroffen bij de dorpen Kessel en Lith, vlakbij het Brabantse Oss.

Caesar schepte in het vierde deel van zijn geschrift ‘De Bello Gallico’ al op over zijn overwinning. Nu zijn er daadwerkelijk bewijzen gevonden en weten archeologen van de Vrije Universiteit Amsterdam zeker dat deze bij Oss plaatsvond. Zo zijn er ijzeren zwaarden, speerpunten, gordelhaken, mantelspelden en botten aangetroffen. De botten en het tandglazuur zijn geanalyseerd, hieruit blijkt dat de menselijke resten inderdaad van Germanen zijn.

‘De Bello Gallico’

Julius Caesar schreef ambtelijke verslagen over zijn veldtochten. De bekendste hiervan is de ‘De Bello Gallico’ en gaat over de verovering van Gallië. Zijn reeks hierover bestond uit 8 boeken, of correcter nog; uit 8 papyrusrollen. Het 8^e boek werd geschreven door de officier Aulus Hirtius. ‘De Bello’ staat wel bekend om het verdraaide beeld dat Caesar gaf. Hij beschreef veldslagen op zo’n manier dat het grootser en beter leek dan het in werkelijkheid was. Zo praatte hij zijn keuzes goed en probeerde de publieke opinie te beïnvloeden. Caesar schildert de twee stammen  in het 4^e boek af als een grote bedreiging.

De Germanen

In werkelijkheid bleken de stammen helemaal niet zo’n grote bedreiging te zijn. Zij vroegen zelfs om asiel bij Caesar. Hij stelde in zijn boek echter dat het in totaal zo’n 430.000 bedreigende Tencteri en Usipeten waren. Het bleek in werkelijkheid om ongeveer 160.000 Germanen te gaan, waaronder vrouwen en kinderen. Caesar schreef ook dat hij hen had vernietigd, door dit te zeggen kon hij de Germanen als slaven verkopen en hoefde hij geen belasting te betalen. 

Bronnen

nl.wikipedia.org
www.volkskrant.nl 
nos.nl
www.nrc.nl

Afbeelding 

commons.wikimedia.org