Vier olielampen gevonden onder het bovenste deel van een schedel
B. Zissu, binnen het Te'omim Cave Archeological Project.
Seances in de Romeinse tijd: archeologen ontdekken ‘portaal naar de onderwereld’ in grot
Thomas van Roijen
Een Israëlisch onderzoeksteam heeft in een grot in de buurt van Jeruzalem voorwerpen gevonden die een macabere functie hadden. De artefacten uit de late Romeinse tijd, waaronder mensenschedels en olielampen, werden gebruikt om geesten op te roepen en om met de doden te communiceren. De Te’omimgrot was volgens de archeologen een portaal naar de onderwereld waar cultleden ceremonies hielden om de toekomst te voorspellen en in contact te komen met geesten uit het hiernamaals. Het dodenorakel was in gebruik tussen de tweede en vierde eeuw na Christus, een lange periode dus.
Eerdere vondsten van stenen en houten vaten wezen erop dat de grot al sinds ca. 11.000 voor Christus werd gebruikt. Ook deed de grot dienst als schuilplaats van rebellen tijdens de Derde Joodse Opstand (132 – 136 n.Chr.) tegen het Romeinse bewind. Vlak na het falen van de opstand werden veel Joden gedood, verbannen of verkocht als slaven. Het gebied werd vervolgens herbevolkt door niet-Joodse inwoners van het Romeinse Rijk die hun verschillende gebruiken met zich meenamen. Zo ook de dodenceremonies die in de grot werden gehouden.
Tientallen van de gevonden olielampen in de grot.
B. Zissu binnen het Te’omim Cave Archaeological Project.
Praten met de doden
Dodenbezwering of necromantie was een wijdverspreid gebruik in het Romeinse Rijk, waaronder in het gebied rond Jeruzalem. Aangezien menselijke schedels een belangrijke rol speelden in deze ceremonies, waren de drie gevonden schedels al een aanwijzing in de goede richting voor de archeologen. Daarnaast hingen de olielampen niet op plekken waar je ze zou verwachten. Veel van de ruim 120 keramieken olielampen waren geplaatst in diepe en smalle spleten waar men alleen kruipend bij kon komen. Ook de schedels waren in spleten verborgen die moeilijk te bereiken waren.
Dodenbezwering werd gezien als een heidense praktijk en was dan ook een verboden gebruik in het Romeinse Rijk. Overtreding van het verbod had zelfs de doodstraf tot gevolg. Dit is echter niet de enige reden dat de artefacten waren verstopt in de spleten. Achter de verstopplekken zat namelijk ook een symbolische betekenis.
Een van de spleten waar de vondsten zijn gedaan
Zissu binnen het Te’omim Cave Archaeological Project.
Magische voorwerpen
Een van de schedels lag in dezelfde spleet als vier olielampen. Volgens de archeologen was dit geen toeval. De smalle doorgangen deden volgens de onderzoekers dienst als poorten naar de onderwereld waar de cultleden in nauw contact konden komen met de doden. Ook zouden de doden over bovennatuurlijke kennis beschikken over de toekomst.
Olielampen werden in de oudheid wijdverspreid gebruikt bij waarzeggerij en in de communicatie met het hiernamaals. Er werden hierbij interpretaties gekoppeld aan de vorm die de vlam aannam nadat de lampen waren aangestoken. Ook dolken, die eveneens in de grot werden gevonden, hadden een belangrijke rituele rol bij het oproepen van geesten. Dolken beschermden ceremonieaanwezigen namelijk tegen boze geesten en zorgden ervoor dat de offers bij de juiste opgeroepen geesten terechtkwamen.
Archeologie Online is van de makers van Archeologie Magazine. Meer weten over dit prachtige magazine? JA GRAAG!
De opmerkelijke vondst biedt inzicht in de manier waarop men in de oudheid keek naar de relatie tussen leven en dood. Ook schept het ruimte voor verder onderzoek op het gebied van magische rituelen en de godheden die ermee gemoeid waren. Bovenal toont de vondst aan dat contact zoeken met overledenen en het hiernamaals een eeuwenoud fenomeen is.