Geen foto

Schade aan Libische monumenten lijkt mee te vallen

De boog van Septimus Severus in LibiëMet de uitbraak van de revolutie tegen kolonel Kaddafi vreesden archeologen voor grote schade aan het rijke culturele erfgoed van Libië. Op de plundering in Benghazi na lijkt het echter mee te vallen met de gevolgen van de Libische oorlog, zo stelt dr. Joris Killa van de Universiteit van Amsterdam.

Toen in februari van 2011 de burgeroorlog in Libië begon, waren veel archeologen bang voor grote schade aan de archeologische schatten van dat land. Zo werd er onder andere gevreesd dat pro-Kaddafi troepen beschutting zouden zoeken in de ruïnestad Leptis Magna. Daarnaast zou het wegvallen van de orde grote plunderingen tot gevolg kunnen hebben.

Gelukkig lijkt het echter over het algemeen mee te vallen. Op de diefstal van kunstschatten uit Benghazi na is Libië redelijk ongeschonden uit de oorlog gekomen. Dat stellen dr. Joris Kill van de Universiteit van Amsterdam en zijn collega, de Oostenrijker Karl van Habsburg, na hun terugkeer in Libië.

‘No strike’ lijst

Met behulp van archeologen zijn ertijdens de oorlog een aantal initiatieven opgezet om de archeologische schatten van het land te behouden. Eén daarvan was de zogenaamde ‘no strike’ lijst, een verzameling historische locatiesdie bewust ontzien werden bij NAVO-bombardementen. De lijst werd samengesteld door Kill en Van Habsburg.

Daarnaast is bij de uitbraak van de oorlog besloten de toegangspoorten bij een aantal locaties dicht te lassen. Volgens beide archeologen waren deze maatregelen essentieel bij het behoud van de toeristische trekpleisters. “We hopen nu dat de Libische overheid deze taken weer over zal nemen”, aldus Kill.

Bron: Past Horizons

Meer lezen
Tijdvakken
Landen
Thema's