Oudste bewijs voor wijn gevonden in Georgië
Bij opgravingen 50 kilometer ten zuiden van Tbilisi, de hoofdstad van Georgië, hebben archeologen het oudste chemische bewijs voor het maken van wijn gevonden. De achtduizend-jaar oude vondst, die gedateerd wordt op omstreeks 6000 voor Christus, verwerpt het idee dat de eerste wijn tussen de 600 en 1000 jaar later in het huidige Iran werd gemaakt.
Chemisch bewijs voor wijn op potscherven
De twee archeologische vindplaatsen, Gadachrili Gora en Shulaveris Gora, zijn dorpen uit het neolithische tijdperk die worden gedateerd op 6000 tot 4500 voor Christus. Daar zijn keramiekscherven van kruiken gevonden die door de Universiteit van Pennsylvania onder de loep zijn genomen. De nieuwste methoden van chemische analyse toonden aan dat er wijnsteenzuur in de achtergebleven residuen in acht van de gevonden kruiken zat.
Nieuwe inzichten
De archeologen van het project, een samenwerking tussen Gadachrili Gora Regional Archaeological Project Expedition (GRAPE) en de Universiteit van Toronto, menen dat daarmee is vastgesteld dat veel eerder dan gedacht mensen al wijn produceerden en dronken. De wijn die in de kruiken zat werd volgens hen gemaakt van een in het wild groeiend druivenras dat door de vroege wijnmakers voor het eerst gedomesticeerd werd. Omdat de mens in het Neolithische tijdperk overging van jagen en verzamelen op landbouw, is de vondst daarom ook belangrijk voor ons inzicht in de levenswijze, kennis en kunde van de vroegste boeren.
Bron:
Popular Archaeology, ‘Archaeologists find earliest evidence of winemaking’
Afbeelding:
Wine grapes on a vine, Fir002 [Creative Commons via Wikimedia Commons]