Het onderzoek naar de Engelse soldaat die in de Helderse Duinen nabij het plaatsje Groote Keeten werd gevonden, is niet voorbarig gestaakt. Dit werd in een bericht van de NOS gemeld en door meerdere media overgenomen, waaronder Archeologie Online, maar is volgens archeoloog Esther Poulus geen accurate beschrijving van het verloop van de kwestie.

“Dat NOS-artikel verbaasde ons toen ook al,” aldus Poulus, de archeologe die onderzoek deed naar de identiteit van de in 1799 gesneuvelde Britse soldaat. In het bericht van oktober werd gemeld dat de identiteit van de soldaat niet te achterhalen was, omdat ze te weinig hulp vanuit Engeland kregen.

“Het enige wat ik toen heb gezegd, is dat de soldaat niet gerepatrieerd kon worden door het Britse ministerie van defensie, omdat die het te druk hebben met het repatriëren van soldaten uit Afghanistan en Irak, wat begrijpelijkerwijs prioriteit heeft op dit moment,” aldus Poulus. “Onze soldaat heeft per slot van rekening geen familie die hem wil begraven.”

Verloren identiteit

Kort na het bericht werd bekend dat de Coldstream Guards, het regiment van het Britse leger met de bekende bontmutsen, de anonieme soldaat terug wilden hebben naar Engeland. Op dat moment had Poulus zes mogelijke namen voor de soldaat achterhaald. Ze kwam in contact met de Coldstream Guards, maar het regiment kon van geen van de zes personen een service record vinden.

“De regimentsarchieven van het Engelse leger zijn tijdens de bombardementen op Londen ook zwaar beschadigd geraakt - er zijn heel veel documenten verbrand,” legt de archeologe uit. Bovendien werden de service records voornamelijk voor de pensioensadministratie bijgehouden en dus vaak vernietigd na het sneuvelen van de soldaat.

Herbegraven

“Tenzij er ooit ergens uit een privé-archief nieuwe informatie opduikt, zal de identiteit van de Engelse soldaat dus niet met zekerheid vastgesteld kunnen worden - het skelet was in te slechte staat voor eventueel DNA-onderzoek,” concludeert Poulus. In die zin werd het onderzoek dus niet gestaakt, maar werd het voorlopig afgerond omdat er geen aanleidingen meer waren om de identiteit te achterhalen.

Na afronding van het archeologisch rapport werd er gewerkt om de herbegrafenis van de soldaat te regelen. Momenteel wordt met de betrokken partijen besproken hoe en wanneer dit zal gebeuren. “In principe staan wij daar als archeologen buiten en is het een zaak voor overheidsinstanties en de Coldsteam Guards, maar vanwege onze betrokkenheid bij de vondst zullen we op de hoogte blijven. Hopelijk kunnen we daar binnenkort meer over vertellen.”