Nieuw elan in maritieme archeologie
Nederland was en is een zeevarende natie, de vele scheepswrakken op de bodem van onze wateren zijn daar het bewijs van. Toch staat de maritieme archeologie op een laag pitje. Daarom komen de maritiem archeologen en het bedrijfsleven in juli 2017 bij elkaar om dit vakgebied van nieuw elan te voorzien.
Het publiek is nieuwsgierig naar de maritieme geschiedenis. Het middeleeuwse koggeschip dat in 2016 in de IJssel bij Kampen werd gelicht, trok veel bezoekers. Er liggen honderden, mogelijk duizenden scheepswrakken op de bodem van binnenwateren, de Noordzee en de Waddenzee. Vooral de wrakken in zee zijn kwetsbaar vanwege de stromingen, zandbanken en geulen waardoor de kans groot is dat ze bloot komen te liggen en worden aangetast door erosie. Ook voor de wrakken op land zijn er zorgen, door landbouw en drainage lopen ook die gevaar.
Tijdscapsules
Niet alleen het schip zelf is interessant, ook de eventuele lading vertelt een heel verhaal. Net als de gebruiksvoorwerpen en persoonlijke bezittingen van de bemanning die nog in het wrak kunnen liggen. Zo zijn de scheepswrakken ware tijdcapsules. Gemeenten en provincies zijn zelf verantwoordelijk voor het beleid, maar er is vaak gebrek aan geld om die tijdscapsules op de bodem te onderzoeken; onderwaterarcheologie is duur.
Visie
Een gezamenlijke visie tussen maritieme archeologie, maritieme historie en musea ontbreekt. Maritieme archeologen en het bedrijfsleven hopen met hun bijeenkomst hier verandering in aan te brengen en ervoor te zorgen dat in de toekomst alle vindplaatsen in ieder geval goed gedocumenteerd kunnen worden.