Op de akker van een boer in Dronten ligt het wrak van een vrachtschip. Het werd gevonden in 1959 en dateert uit de 18e eeuw. Het schip wordt in augustus compleet opgegraven door de International Fieldschool for Maritime Archaeology Flevoland (IFMAF). Zaterdag 17 augustus mag iedereen een kijkje op de locatie nemen.

Blootlegging scheepswrak

Tijdens de open dag, van 11:00 tot 16.00 uur,  zal naar verwachting het wrak geheel zijn blootgelegd. Het betreft een vrachtschip van ongeveer 16,5 meter lang en 4,5 meter breed. Het schip is van een onbekend type en had een lading leisteen aan boord. Bij een verkenning in 1985 werden in het achterschip veel scherven aardewerk, een complete kruik en ongeveer 450 munten gevonden. Ook werden tien vuur- en bakenloodjes aangetroffen.

In het voorschip werd een topvondst gedaan: behalve een tegeltje werd daar een zilveren horloge met een unieke, zeer fraaie horlogeketting opgegraven. Het schip stamt uit een periode dat de schipper met zijn gezin aan boord woonde, dus wie weet wat een complete opgraving aan vondsten op zal leveren. Tijdens de publieksdag kan iedereen het wrak bekijken en archeologen vertellen over hun bevindingen tot dan toe.

Praktische informatie

Vanaf het erf van de boerderij is het ongeveer 10 minuten lopen naar de opgraving, deels over verhard, deels over onverhard terrein. Parkeren kan op het erf van de boerderij van familie Van der Eijk. Het is niet toegestaan het kavelpad op te rijden. Het adres van de opgraving is Hanzeweg 13, 8251 PT Dronten.

Volg de opgraving

Publiek kan deze scheepsopgraving volgen via Twitter (#Scheepswrakken) en de studenten die met deze opgraving ervaring opdoen houden op de weblog van de IFMAF hun wederwaardigheden bij.

International Fieldschool for Maritime Archaeology Flevoland

De IFMAF is een samenwerking tussen de provincie Flevoland, de gemeente Lelystad, de Rijksuniversiteit Groningen de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed en Nieuw Land om het maritiem archeologisch universitair onderwijs en onderzoek te versterken. 

De opgraving wordt uitgevoerd door universitaire archeologiestudenten, amateurarcheologen en medewerkers van Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Rijksuniversiteit Groningen en Nieuw Land onder begeleiding van bijzonder hoogleraar prof. dr. André van Holk en scheepsarcheoloog drs. Laura Koehler.