Misvormde schedel duidt op ‘incestueuze oermens’
Op basis van een 100.000 jaar oude schedel die is aangetroffen in China vermoeden paleoantropologen dat in de steentijd op grote schaal incest werd gepleegd. De aanleiding voor deze aanname wordt gevormd door een opmerkelijke afwijking: een ‘aangeboren gat’ in de bovenkant van de schedel.
De vondst werd gedaan bij de archeologische site Xujiayao in het noorden van China, waar het ongeveer 100.000 jaar onder de grond moet hebben gelegen. Uit het onderzoek, dat is gepubliceerd in het tijdschrift PLoS ONE, blijkt dat het gat in de schedel hoogstwaarschijnlijk een aangeboren afwijking betreft.
De schedel, die ‘Xuijayao 11’ is gedoopt, is één van de vele voorbeelden van menselijke overblijfselen uit het Pleistoceen (circa 2,6 miljoen jaar tot 12.000 jaar geleden) die voor hedendaagse begrippen zeldzame of abnormale afwijkingen vertonen. Deze genetische foutjes duiden er volgens de onderzoekers op dat er in de oertijd sprake was van kleinschalige ‘inteeltgemeenschappen’.
“De oermensen leefden destijds vermoedelijk geïsoleerd en in kleine groepen bij elkaar, waardoor incest op regelmatige basis voorkwam”, aldus onderzoeksleider Erik Trinkhaus, die als antropoloog verbonden is aan de Washington University in St. Louis. Toch blijft het lastig vast te stellen op wat voor schaal de incest daadwerkelijk werd gepleegd.
Het gat in het menselijke fossiel toont overeenkomsten met een moderne afwijking, die slechts kan worden veroorzaakt door een zeldzame genetische mutatie die vandaag de dag bij één op de 25.000 mensen voorkomt. Deze genetische afwijking, die ‘vergroot pariëteel foramen’ wordt genoemd, zorgt er voor dat tijdens de embryonale fase de schedel niet goed dichtgroeit. Op sommige plaatsen wordt botvorming verhinderd, een proces dat zich normaliter voordoet binnen de eerste vijf maanden van de ontwikkeling van de foetus.
Omdat er tegenwoordig relatief weinig schedels worden gevonden, vormt de vondst van deze ene misvormde schedel voor de paleoantropologen een belangrijke indicatie om aan te nemen dat een ‘vergroot pariëteel foramen’ vroeger veelvoorkomend was.
Bron: The Examiner