Metaaldetectievondsten van amateurs in kaart gebracht
Metaaldetectie kwam in de jaren zeventig en tachtig als liefhebberij op in Nederland. Sindsdien zijn er veel speurders die met een metaaldetector op pad zijn gegaan, en nog meer vondsten die in de afgelopen decennia zijn gedaan. Wat vertellen deze vondsten over de geschiedenis van Nederland? Om hier een completer beeld van te krijgen is sinds kort de detector toegestaan en worden de speurders en hun vondsten vastgelegd in een databank.
Portable Antiquities of the Netherlands (PAN)
Volgens Stijn Heeren en Nico Roymas van de Vrije Universiteit – zij startten het project ‘Portable Antiquities of the Netherlands (PAN)’- zijn er een paar duizend speurders met een metaaldetector. Tot voor kort was het verboden om met een metaaldetector te zoeken, maar werd het oogluikend toegestaan. Nu het wel is toegestaan, komt er mogelijk een betere samenwerking tot stand tussen archeologen en detectoramateurs.
Privé collecties
Om algemeen inzicht te krijgen in wat, waar en hoeveel de zoekers hebben gevonden, worden de privé collecties geïnventariseerd en de gegevens die daaruit komen, opgeslagen in een openbaar toegankelijke database. Door middel van het organiseren van bijeenkomsten voor amateurdetectors worden er contacten gelegd en vondsten onderzocht. In een aantal omringende landen wordt er ook gewerkt aan een zelfde soort systeem. Mogelijk worden deze systemen in de toekomst aan elkaar gekoppeld.
Concentratie en verspreiding
Onderzoekers kunnen toestemming krijgen om in het afgeschermde deel van de database te komen. Zij kunnen inzicht krijgen in de vindplaatsen en de vondsten en daarmee ook de concentratie en verspreiding van beiden. Tot nu toe bevat de database ruim 11.000 vondsten van 122 zoekers.