Merendeel prehistorische kunstenaars was vrouw
Drie kwart van de oudst bekende grottekeningen is gemaakt door vrouwen. Dat blijkt uit een onderzoek van archeoloog Dean Snow van de universiteit van Pennsylvania. Hij onderzocht eeuwenoude handafdrukken die ook in de grotten waren achtergelaten en kwam tot de conclusie dat een groot deel afkomstig is van vrouwen. Tot nu toe werd altijd aangenomen dat de prehistorische kunst door mannen is achtergelaten.
Opstarten onderzoek
Tien jaar lang deed archeoloog Snow onderzoek naar prehistorische handafdrukken in grotten in Frankrijk en Spanje. Snow kwam op het idee toen hij werk van de Britse bioloog John Manning over het verschil tussen mannen- en vrouwenhanden las. Uit Mannings onderzoek bleek dat de wijsvinger en ringvinger bij vrouwen vaak even lang zijn, terwijl de ringvinger bij mannen doorgaans langer is dan de wijsvinger.
Onderzoek van eeuwenoude handafdrukken
Snow heeft 32 handafdrukken onderzocht waarvan 16 uit de El Castillo grot in Spanje, 6 uit de Gargas grotten in Frankrijk en nog eens 6 uit de Pech Merle grot in Frankrijk. De handafdrukken zijn tussen de 40.000 en 12.000 jaar oud. Snow bedacht een algoritme om te achterhalen of de handafdrukken van een man of vrouw zijn geweest waarbij hij keek naar de lengte van de hand, lengte van de vingers, de verhouding van de wijsvinger tot de ringvinger en de verhouding van wijsvinger tot pink. Uit zijn onderzoek blijkt dat 24 van de 32 handafdrukken van vrouwen waren, dus het is waarschijnlijk dat de overige prehistorische kunst in de grotten ook door vrouwen is gemaakt.
Er werd altijd aangenomen dat grottekeningen door mannen gemaakt waren, omdat er vooral dieren zoals bizons, paarden en mammoeten op de tekeningen te zien waren. Deze dieren zouden de jachtbuit weergeven en zo voor geluk en voorspoed zorgen bij de volgende jacht.
Twijfel en vragen
Er zijn echter sceptici die twijfelen over de juistheid van de resultaten van het onderzoek. Zo is het goed mogelijk dat degenen die de handdrukken achterlieten niet per definitie ook de grottekeningen hebben gemaakt. Daarnaast deed de evolutionaire bioloog R. Dale Guthrie een aantal jaar geleden een soortgelijk onderzoek naar prehistorische handafdrukken. Gunthrie keek hierbij vooral naar de breedte van de handpalm en de duim. Hij concludeerde dat een groot deel van de handafdrukken afkomstig moesten zijn van adolescente jongens.