Enkele van de bestudeerde teksten
Michael Cordonsky, Universiteit van Tel Aviv
Lezen en schrijven was wijdverspreid in het oude Israël van 600 v.Chr.
Onderzoekers van de Universiteit van Tel Aviv (UTA) hebben achttien oude teksten uit 600 v.Chr. geanalyseerd. Door gebruik te maken van de nieuwste technieken op het gebied van digitale beeldbewerking en machine learning en gebruik te maken van handschriftexperts, hebben de onderzoekers een twaalftal auteurs geïdentificeerd. Volgens de archeologen is dit een bewijs dat veel inwoners van het koninkrijk Juda konden lezen en schrijven. De bevindingen van het onderzoek hebben een grote invloed op het debat over wanneer bepaalde Bijbelteksten geschreven zijn.
Geen handschrift is identiek. Iedereen heeft onbewust gewoontes opgepikt tijdens het leren schrijven, waardoor zijn of haar unieke handschrift te identificeren is. Ook zijn geen twee teksten geschreven door dezelfde persoon identiek, ook niet als het om dezelfde tekst gaat. Door verschillende teksten van dezelfde hand te bestuderen kun je een goed idee krijgen van de subtiele gebruiken en gewoontes van iemands handschrift. Handschriftanalyse is gebaseerd op deze twee principes. Bevindingen van dit soort analyses worden als zeer betrouwbaar geacht. Zo kun je bijvoorbeeld zowel in Nederland als Israël de conclusies van een handschriftanalyse indienen als geldig bewijs tijdens een rechtszaak.
Wat voor teksten zijn het?
De bestudeerde teksten zijn in de jaren zestig gevonden bij Tel Arad. Hier stond vroeger een militaire buitenpost van het koninkrijk Juda (922-586 v.Chr.). De meesten zijn door legeraanvoerders met inkt geschreven op kleitabletten en potscherven. “In het gebied rond Arad, bij de grens tussen de koninkrijken Juda en Edom, was een groep militairen die in de inscripties Kittiyim worden genoemd. Waarschijnlijk waren het Griekse huurlingen en waarschijnlijk was het hun aanvoerder die instructies schreef voor de kwartiermeester van het fort in Arad, “geef de Kittiyim bloem, brood, wijn” enzovoort. Na de handschriftanalyse kwamen we tot de conclusie dat er niet één commandant was die naar Arad schreef, maar ten minste vier. Het is goed voor te stellen dat de commandanten om de beurt op patrouille werden gestuurd en dan dit soort verzoeken schreven,” aldus Arie Shaus van de UTA.
Eerder onderzoek
Dat er meer dan één auteur was van de teksten is al vastgesteld tijdens een eerder onderzoek in 2016. De conclusie was toen dat er ten minste vier auteurs waren en waarschijnlijk zes. Sindsdien hebben zowel digitale beeldbewerking als handschriftanalyse ontwikkelingen doorgemaakt. De nieuwe analyse identificeerde nog eens zes nieuwe auteurs, wat het totaal op twaalf brengt.
Archeologie Online is van de makers van Archeologie Magazine, meer weten over dit prachtige magazine? Klik hier!
Bewijs van geletterdheid
Twaalf auteurs lijkt in eerste instantie misschien niet veel, maar in het moet in het achterhoofd worden gehouden dat de teksten afkomstig zijn van een betrekkelijk onbeduidend buitenpostje van het koninkrijk. Door het feit dat we hier al twaalf geletterden kunnen identificeren, die allemaal ongeveer uit dezelfde tijd komen en die ook nog eens een vrij lage sociale positie innamen, kunnen we concluderen dat de geletterdheid in het oude Juda vrij hoog lag. Lezen en schrijven was niet alleen weggelegd voor een elite van schriftgeleerden aan het hof, zoals dat vaak in de geschiedenis het geval was.
Bijbelteksten
“Er heerst een levendig debat over wanneer Bijbelse teksten als Deuteronomium, Jozua, Rechters, Samuel en Koningen geschreven zijn. Of ze geschreven zijn in de laatste dagen van het koninkrijk Juda of na de verwoesting van de Eerste Tempel door de Babyloniërs in 586 voor Christus” vertelt Shaus. Een mogelijke manier om tot een antwoord te komen, is door te bepalen wanneer de geletterdheid van de lokale bevolking hoog lag. Het is onwaarschijnlijk dat complexe Bijbelse teksten als de hierboven genoemde, geschreven zijn in een tijd dat er maar een heel klein groepje was dat kon lezen en schrijven. Israel Finkelstein van de UTA voegt toe: “Tot nu toe was de discussie over de geletterdheid van Juda gebaseerd op circulaire argumenten, gebaseerd op wat er in de Bijbel zelf stond, bijvoorbeeld over de schriftgeleerden in het koninkrijk. Wij hebben de discussie verschoven naar een empirisch perspectief.”
Bronnen: Eurekalert.