Er zijn twee soorten ongewoon kleine kamelen ontdekt die de oude regenwouden van Panama ooit bevolkten. De stukjes fossiel zijn opgegraven tussen 2008 en 2011 op de paleontologische site Las Cascadas. “Het zijn hele schattige dieren”, zegt de Panamese wetenschapper Carlos Jaramillo.

Uit de fossielen hebben de wetenschappers twee prehistorische kameelsoorten weten te identificeren: Aguascalietia panamaensis en Auguascalientia minuta. Ze kwamen zo’n twinting miljoen jaar geleden in Midden-Amerika voor. Hun snoet was lang en leek op die van een krokodil. Ze waren gespecialiseerd in het vinden van fruit en bladeren te midden van de dichte vegetatie van het oerwoud.

De tanden waren klein en scherp, wat erop wijst dat het geen grazers waren, maar dat ze zich net als olifanten en giraffen tegoed deden aan vegetatie boven de grond. A. Minuta wordt gemeten op zo’n zestig centimeter lang en de A. panamaensis op tachtig centimeter. Hoewel kamelen tegenwoordig alleen nog voorkomen in Afrika en het Midden-Oosten, kwamen ze vroeger veelvuldig voor in Amerika. In Zuid-Amerika evolueerden ze in lama’s en alpaca’s, en in Azië werden het de grote kamelen van vandaag de dag. Dat er kleine kameelsoorten voorkwamen in Panama levert belangrijke informatie over de evolutie van dit tweevoetige dier.

Bron: National Geographic