Belangrijke vondsten bij opgravingen Sobibor
Bij opgravingen in het voormalige concentratiekamp Sobibor in Polen hebben archeologen interessante vondsten gedaan. Er werd bijvoorbeeld een naamkaartje gevonden van een zesjarig meisje dat door nazi’s tijdens de Tweede Wereldoorlog in het kamp vermoord is. De opgravingen op de locatie hebben vijf jaar in beslag genomen.
Opgravingen Sobibor
In 2007 begon een team van archeologen onder leiding van archeoloog Yaram Haimi en Philip Reeder, decaan van de Bayer School of Nature and Environmental Science, met opgravingen in Sobibor. Van april 1942 tot oktober 1943 was Sobibor een vernietigingskamp waar vooral Joden systematisch om het leven werden gebracht door de nazi’s. Bij de opgravingen zijn verschillende voorwerpen van slachtoffers en resten van gebouwen gevonden. Voor Haimi is het een persoonlijk project; twee van zijn ooms kwamen om in het kamp.
Naamplaatje
Archeologen hebben een grote hoeveelheid voorwerpen gevonden die waarschijnlijk de laatste bezittingen waren van gevangen van Sobibor. Onder de vondsten bevinden zich bijvoorbeeld tanden, resten van botten, sleutels, sieraden, glaswerk en munten. Een van de bijzonderste vondsten was een naamplaatje. Het naamplaatje was van de zesjarige Lea Judith De La Penha uit Amsterdam. Lea kwam op 9 juli 1943 aan in Sobibor, waar ze vervolgens vermoord is.
Pad naar de hemel
Ook zijn de resten van een pad dat de nazi’s de Himmelfahrstrasse noemden, gevonden. Dit staat voor ‘pad naar de hemel’ en was de weg waarover de gevangen de gaskamers tegemoet liepen.
Na de sluiting van het kamp in oktober 1943 hebben de nazi’s geprobeerd hun sporen uit te wissen. Gebouwen werden vernield en de resten van het kamp werden bedekt met planten en bomen om het er te laten uitzien als een boerderij. Met moderne technieken zijn nu alle resten en voorwerpen in het kamp door archeologen blootgelegd.
Bron: Popular Archaeology