Archeologische site wordt werelderfgoed
Een archeologische site op Antigua is door de UNESCO tot werelderfgoed verklaard. De site hoort bij de haven Nelson’s Dockyard die in de achttiende eeuw door de Engelsen is aangelegd. De site bestaat uit een groep ommuurde gebouwen in Gregoriaanse stijl. Het is het eerste werelderfgoed op Antigua en Barbuda.
Achttiende eeuwse suikerhandel
De haven speelde een rol in de suikerhandel in de achttiende eeuw. Verschillende Europese mogendheden streden om de macht in het oostelijke Caraïbische gebied. Om hun handelsbelangen op Antigua veilig te stellen bouwden de Engelsen een versterkte haven die als uitvalsbasis voor de Engelse marine moest dienen. Toen in de achttiende eeuw twee marineschepen van de Engelsen in de baai ongeschonden een orkaan doorstonden, besloot de marine de baai als uitvalsbasis te gaan gebruiken.
Slavenarbeid
In de tweede helft van de achttiende eeuw liet de Engelse marine gebouwen voor bevoorrading en reparatie van de schepen neerzetten aan de baai. Er werden slaven van de omliggende suikerrietplantages gehaald om de bouwwerkzaamheden uit te voeren. De haven bleef tot 1889 in gebruik bij de Engelse marine.
Nelsons Dockyard vandaag de dag
Nelsons Dockyard is vandaag de dag nog steeds in gebruik als jachthaven. De gebouwen dienen nu als museum en onderkomen voor toeristen die de haven aandoen. Meer informatie over de benoeming tot werelderfgoed vind je op de site van UNESCO.