Archeologen aan het werk op de gletsjer, tijdens een van de eerdere onderzoeken in 2011
Johan Wildhagen, Palookaville.
Archeologen ontdekken oude handelsroute op Noorse gletsjer
Hoewel de Noorse gletsjers misschien onherbergzaam lijken, trekken mensen al eeuwenlang de ijzige vlaktes op. Nieuwe archeologische vondsten in Noorwegen bevestigen dat. In het ijs van de Noorse Lendbreen-gletsjer troffen archeologen zelfs sporen aan die erop wijzen dat er al in de vroege middeleeuwen een heuse handelsroute over de gletsjer liep. Dat schrijven archeologen in het wetenschappelijke tijdschrift Antiquity.
Vondsten in het ijs
Dat mensen al duizenden jaren geleden het onherbergzame hooggebergte introkken, is geen nieuws meer, dankzij vondsten zoals de vijfduizend jaar oude ijsmummie Ötzi, die in de Alpen werd gevonden. Ook in de Noorse berggebieden worden steeds meer vondsten gedaan, die erop wijzen dat mensen daar over de ijsvlaktes trokken. Lang werd gedacht dat het in Noorwegen vooral ging om jagers die achter de rendierkuddes aan trokken, maar nieuwe vondsten tonen aan dat er veel meer mensen over het ijs trokken. Er liepen zelfs handelsroutes over het ijs.
Route over het ijs
Die ontdekking deden archeologen tijdens onderzoek in 2018-2019, dat langs de randen van de Lendbreen-gletsjer plaatsvond. Tijdens het onderzoek vonden de archeologen talloze ‘steenmannetjes’; zorgvuldig gebouwde stapeltjes stenen. Zulke steenmannetjes werden gebruikt om routes over grote ijsvlaktes te markeren. Nergens in de omgeving troffen archeologen zo veel steenmannetjes aan als rondom de gletsjer. Daarom gaan de archeologen ervanuit dat er over de Lendbreen-gletsjer een belangrijke route liep.
Dat vermoeden wordt versterkt door de vondst van andere voorwerpen die door de mensen die over het ijs trokken zijn achtergelaten. Archeologen vonden hoefijzers en spijkers, botten van paarden maar ook de houten resten van vroegmiddeleeuwse sneeuwschoenen en sledes die werden gebruikt om grote hoeveelheden paardenvoer over het ijs mee te vervoeren. Archeologen vonden zelfs resten van dat voer, die in de vorm van een aantal twijgjes en bladeren tussen de resten van zo’n slee werden gevonden.
Wintertochten over de gletsjer
Dat wijst volgens de archeologen op iets opmerkelijks. Waar de meeste bergpassen vooral in zomer werden betreden, lijkt de vondst van winteruitrusting er volgens de archeologen op te wijzen dat de route over de Lendbreen-gletsjer vooral in de winter gebruikt werd, waarschijnlijk omdat het gletsjerijs dan een ononderbroken stevig geheel was en dus beter begaanbaar dan ’s zomers, wanneer het gletsjerijs zachter was.
Hoewel de route over de Lendbreen-gletsjer veel gebruikt werd, nam het verkeer vanaf ongeveer 1350 af. Op een zeker moment raakte de route zelfs helemaal vergeten, want er zijn geen vondsten gedaan van na 1700. Waarom dat verkeer afnam, is volgens de archeologen niet helemaal duidelijk, maar ze vermoeden dat het te maken kan hebben met de pestepidemie die in het midden van de veertiende eeuw dood en verderf zaaide in Europa en de kleine ijstijd die volgde. Toen de handel na die epidemie weer opkrabbelde, waren er inmiddels andere routes bekend.
Archeologisch onderzoek naar de Noorse gletsjers
Het onderzoek staat niet op zichzelf. Al in 2011 werd er in de Lendbreen-gletjser een wollen tuniek uit de vierde eeuw na Christus gevonden, een vondst die een spreekwoordelijke lawine aan andere vondsten opleverde. Niet in de laatste plaats omdat de gletsjer in hoog tempo smelt door klimaatverandering. Doordat het ijs steeds verder wegtrekt, komen steeds meer archeologische voorwerpen bovendrijven. Voorwerpen die eeuwenlang goed geconserveerd in het ijs lagen, komen nu weer in aanraking met zuurstof en vocht en dreigen te vergaan. Dat gaat zo snel dat archeologen inmiddels spreken van een ware race tegen de klok, waarin ze proberen zo veel mogelijk vondsten te bergen, voordat er talloze archeologische schatten voorgoed verloren zijn.