Een team van archeologen heeft een goudschat opgegraven in Israël, vermoedelijk de grootste die ooit in het land is gevonden. De ontdekking werd gedaan tijdens een archeologische opgraving nabij de kuststad Herzliya.

De archeologen vonden meer dan honderd goudstukken, met een totaal gewicht van circa vierhonderd gram. De geschatte waarde van de vondst ligt momenteel op ruim $100.000. De munten werd gevonden in lichtelijk beschadigd keramiek in het Appollonia National Park, waar volgens het archeologische team vroeger het kruisvaarderdorp Appollonia-Arsuf lag.

Volgens experts maakten de munten in het verleden onderdeel uit van een familieschat of van  een zakelijke investering. Ze zouden omstreeks de 11e eeuw zijn geslagen in Egypte. In de 13e eeuw zijn ze verdwenen onder de vloer van een stenen fort, waarin nu inmiddels al dertig jaar opgravingen worden verricht.

Slag bij Arsoef

Ook vonden de archeologen een rijke hoeveelheid aan pijlpunten en andere wapens, waaronder katapultstenen. De vondst zou aanduiden dat er een hevig gevecht bij het fort heeft plaatsgevonden, waarschijnlijk toen de Mamelukken het gebied veroverden. De Biblical Archaeological Society heeft het betreffende gevecht geïdentificeerd als de slag bij Arsoef. Deze slag, waarin Richard Leeuwenhart tegen Saladin streed, vond plaats op 7 september 1191.

Het kruisvaarderfort is tientallen jaren terug gevonden, tezamen met de overblijfselen van een kuststad die dateert tot de tijd van de Feniciërs. Ook zijn er de ruïnes van een Romeinse villa, een marktstraat uit de vroege Islamitische periode en een enorm poortencomplex gevonden.

Bron: Israel National News