Topstuk: marmeren hoofd van Dionysos
Vandaag is de tentoonstelling Eilanden van de Goden geopend in het Rijksmuseum van Oudheden. Tijdens deze tentoonstelling is onder andere een groot marmeren beeld van Dionysos te bewonderen. Een van de topstukken van het RMO is een beschadigd hoofd van deze Griekse god van de wijn.
Het beschadigde hoofd van Dionysos heeft een woeste gelaatsuitdrukking met holle ogen, een open mond en afgebroken neus. Hij is afgebeeld als baardloze jongeman en zijn wapperende, krullende haren worden bijeengehouden door een hoofdband. Onder deze band zijn bij zijn rechterslaap druiven te zien.
Stijl
Het hoofd is gevonden in West-Turkije in het gebied rondom de stad Smyrna, het hedendaagse Izmir. Het beeld is vervaardigd door de Pergameense beeldhouwschool en toont derhalve duidelijke invloeden uit de Pergameense kunst. Kenmerken van de deze kunst zijn grote gespierde figuren en de uitdrukking van emoties. De stijl van het beeld wijst op een datering aan het eind van de Hellenistische periode of in de Vroege Keizertijd (100 voor Chr. tot 100 na Chr.).
Mythologie
Dionysos werd door de oppergod Zeus verwerkt bij Semele, de dochter van de Trebaanse koning Kadmos. Zijn stiefmoeder Hera was jaloers op de liefde die Zeus voor Semele koesterde. Hera kwam onder een valse gedaante tot Semele en overreedde haar om Zeus te vragen of hij zich aan haar in al zijn heerlijkheid wilde vertonen om te bewijzen dat hij werkelijk de god van de hemel was. Door een eed gebonden moest Zeus het dwaze verzoek inwilligen, maar toen hij zich toonde in de volle vuurgloed van zijn bliksem, verbrandde Semele met haar huis.
Zeus kon alleen zijn ongeboren zoon van de vlammen redden. Hij droeg Dionysos in zijn dijbeen totdat de tijd van zijn geboorte zou komen. Na de geboorte droeg Zeus de opvoeding van de god over aan de nimfen van Nysa, een mythisch oord waar later verschillende Griekse streken naar vernoemd zijn.
Toen Dionysos volwassen was, plantte hij het gewas de wijnstok, waaruit druiven groeiden. Met de daaruit gewonnen drank bedronk hij zichzelf en zijn opvoedsters. Ieder die met hem in aanraking kwam, werd door de zoete geur van de nieuwe drank, wijn, verleid. Hij trok vervolgens door het land om zijn nieuwe gave, het maken van wijn, te verspreiden onder de mensen.
Romeinse god van de wijn
Ook de Romeinen kenden de wijngod Dionysos, maar bij hen werd hij Bacchus genoemd. Een bekend beeld van Bacchus is een jongeman met een wijnbladerenkrans op zijn hoofd en een druiventros in zijn hand, ondersteund door een satyr (een mythologisch figuur met een bokkenstaart, -oren en soms ook -poten). Het gezicht van Bacchus toont, in tegenstelling tot de Griekse Dionysos, geen emotie.
Dionysos-Bacchus werd naast wijn ook geassocieerd met dronkenschap, extase en de dood. Vaak zijn er Dionysische scènes afgebeeld op marmeren doodskisten of sarcofagen. In de oudheid zag men het maken van wijn namelijk als metafoor voor de mens die na zijn dood in een gelukzalig hiernamaals werd herboren, net als de druiven die vertrapt worden en ‘herrijzen’ als wijn.
Voor meer informatie over de tentoonstelling Eilanden van de goden kunt u kijken op de website van het Rijksmuseum van Oudheden.