Een aantal van de teruggehaalde voorwerpen

Een aantal van de teruggehaalde voorwerpen

Eurojust

“Italiaanse archeologische miljoenenvangst” blijkt sensationele onzin:

In een gezamenlijke Europese actie bij een Antwerpse verzamelaar zou een collectie illegale archeologische vondsten in beslag genomen zijn en aan Italië zijn terugegeven. Op zich goed nieuws, maar deze actie is wat minder spectaculair dan in eerste instantie werd gedacht. De media baseren zich namelijk enkel op beweringen van de Italiaanse Carabinieri. Hierbij doet vooral de waardering op 11 miljoen euro bij kenners de wenkbrauwen fronsen. De gemiddelde prijs van zo’n object is een paar honderd euro. Maximaal een half miljoen euro zou dus dichter bij de waarheid liggen.

Tekst: Lode Goukens

De Italiaanse eenheid van de Carabinieri (rijkswacht) die zich uitsluitend met kunstroof en dergelijke bezighoudt recupereerde onlangs voor naar eigen schatting 11 miljoen euro aan gestolen archeologische voorwerpen in het Antwerpse. Volgens de persberichten gaat het om 800 archeologische artefacten en stukken aardewerk. Deze voorwerpen zijn illegaal opgegraven in Italië en werden aangetroffen bij een kunstverzamelaar in Antwerpen. Een kunsthandelaar uit Emblem (Ranst) was naar verluidt de spilfiguur in deze illegale kunsthandel. De zaak begon al in 2017 en verliep met medewerking van Eurojust, de EU-organisatie die de samenwerking tussen justitie in de Europese Unie moet bevorderen.

De bal begint te rollen

De bal kwam aan het rollen na de publicatie van een stèle of grafsteen in de catalogus van de tentoonstelling ‘L’arte dei popoli italici dal 3000 al 300 a.C.’ die op internet nog steeds te koop blijkt. Deze was van 6 november 1993 tot 13 februari 1994 te zien in het Musée Rath te Genève en daarna in het Parijse museum Mona-Bismarck Foundation (het huidige gesloten American Center for Art and Culture) van 1 maart tot 30 april 1994. Mona von Bismarck was een Amerikaanse mecenas (patroon) die de naam van de derde van haar vijf echtgenoten droeg en tot haar dood in 1983. Beide musea specialiseren zich in de tentoonstellingen van derden (niet zelden vermogende verzamelaars of kunsthandelaars). Een initieel onderzoek van Interpol in Zwitserland identificeerde de eigenaar van de stèle als een Antwerpse verzamelaar.

Italiaanse bombarie

Op YouTube tonen de Carabinieri trots hoe ze de zolder van de Antwerpse verzamelaar leegmaken en de artefacten verpakken en verschepen naar een depot in Italië. Ook Eurojust bracht een persbericht uit. Het persbericht van het Italiaanse ministerie voor cultuur biedt de meeste uitleg. De andere kant van het verhaal of wederhoor van de verzamelaar of handelaar in archeologica is echter nergens te bespeuren. Omdat de vondsten hoofdzakelijk uit Puglia afkomstig zouden zijn en dus van vermeende illegale opgravingen zal de collectie nu in het Archeologisch museum van Trinitapoli belanden.

Italische volken

Deze vondst omvat een groot aantal voorwerpen van Italische volken uit de Oudheid. De Italische volkeren leefden destijds tussen vooral Griekse, maar ook Punische en Etruskische kolonies. Voor de Romeinse annexatie kenden de Italiërs een eigen cultuur. Vooral artefacten en aardewerk uit de periode tussen 600 en 300 voor Christus vallen daarbij op. Deskundigen spreken van bijvoorbeeld Apulische kunst als ze over zwart aardewerk met rode figuren praten, met zeer sterke Griekse invloeden. Regelmatig duiken dergelijke kylixen, kraters en drinkbekers op bij kunstveilingen.

Grafsteen van ‘onschatbare waarde’

Toch was het geen aardewerk dat deze zaak aan het rollen bracht, maar een onschatbaar waardevolle stèle of grafsteen. Volgens de onderzoekers was de Dauniaanse grafsteen ter waarde van 11 miljoen euro de aanleiding van de gerechtelijke stappen. De Dauniërs woonden in de Klassieke Oudheid in Noord-Apulië in Italië en worden gerekend tot de ijzertijdculturen.

‘In 2017 ging de bal aan het rollen’, verklaarde Ton van Lierop van Eurojust. ‘De Italiaanse carabinieri, die gespecialiseerd zijn in cultureel erfgoed, herkende een ontbrekend deel van de grafsteen op foto’s van exposities in Parijs en Genève.’ Dat onderzoek leidde naar een kunsthandelaar uit Emblem, een deelgemeente van Ranst. De Italiaanse autoriteiten werkten voor hun onderzoek samen met het Antwerpse parket en de federale gerechtelijke politie Antwerpen. Het Federale Parket doekte enkele jaren geleden nog de kunstafdeling op, maar sinds twee jaar investeert de federale overheid opnieuw in een eenheid die vooral databanken bijhoudt om kunstdiefstallen op te sporen.

‘Bij de verzamelaar werden uiteindelijk honderden illegaal opgegraven en verkregen artefacten en stukken aardewerk uit de collectie aangetroffen’, aldus Van Lierop. Hoe de kunsthandelaar deze stukken heeft verkregen, wordt nog verder onderzocht door de Italiaanse autoriteiten.

Herkomst belangrijk

Bij de inbeslagname kon op de stèle na echter zelden of nooit bewezen worden dat de hele collectie afkomstig zou zijn illegale opgravingen in Puglia. ‘De kunsthandelaar is verschillende keren in beroep gegaan tegen de overdracht, maar tevergeefs.’ Het toont des te meer aan hoe belangrijk de provenance of herkomst van een aangekochte archeologische vondst blijkt. Nu de complete collectie in Italië is, zal deze collectie verder onderzocht worden door archeologen. De openbare aanklager in Foggia is overtuigd dat de Carabinieri het bij het rechte eind hebben.

Decoratieve inscriptie is de sleutel

Omdat de Dauniaanse grafsteen zeer specifieke uiterlijke kenmerken vertoonde van een archeologische site in Salapia (een Romeins havenstadje uit de late republiek; gesticht in de eerste eeuw voor onze tijdrekening) bij Foggia, zou die daar tussen 1983 en 1992 geroofd zijn. Gezien het uitvoerverbod en de wettelijke meldplicht van zon vondst, moet de eigenaar kunnen bewijzen dat zijn bezit al in de handel rondging ver voor die Italiaanse wetgeving.

Dat het stuk perfect lijkt te passen bij een grafsteen die tentoongesteld werd in het archeologisch museum van Trinitapoli bij Barletta in Puglia is één indicatie.

De decoratieve inscriptie is daarbij het hoofdargument. Temeer omdat dit verband leidde tot de ontdekking van de collectie in Antwerpen. Bij de kunsthandelaar ontdekten de onderzoekers het hoofddeel van de stèle en konden die puzzel completeren met de stukken uit het museum Trinitapoli. Een ruiter en schild bleken perfect te passen. De enorme collectie die gevonden werd bestond volgens de speurders uit illegaal opgegraven artefacten en aardewerk uit de periode van 600 tot 300 voor Christus. De collectie bestond vooral uit stukken uit Magna Graecia zoals het zuiden van Italië en Sicilië in die periode wordt genoemd. De Italianen beweren 782 voorwerpen te hebben gedocumenteerd. Op basis hiervan oordeelde de Belgische rechtbank dat de stukken naar Italië mochten voor verder onderzoek. De eigenaar verzette zich daar zonder succes tegen. De voorwerpen zijn daarom nu te zien in het middeleeuwse kassteel Castello Svevo te Bari in Apulië.

Gemiddelde prijs honderden euro

De Antwerpse kunsthandelaar is trouwens niet aangehouden, al riskeert hij in Italië wel heel zware straffen. De speurders vermoeden ook dat er mogelijk honderden andere voorwerpen al verkocht werden. Deze zitten nu wellicht her en der verspreid bij verzamelaars en wie weet zelfs musea.

De afgelopen jaren zijn tal van mooie Apulische voorwerpen verkocht via Catawiki en veilinghuizen. Meestal voor ergens tussen de 300 en 800 euro per stuk. Enkele voorbeelden zijn een skyphos of drinkbeker op Kunstveiling.nl en een pelike of kleine amfoor op Catawiki. Daarom ook dat het voor de koper belangrijk is om naar een provenance te vragen. Verkopers weten dit zoals blijkt uit de herkomst bij een lekanis of een schaal met deksel op Catawiki. De kans op heling en bijgevolg beslagname is immers steeds aanwezig. Online platformen zoals Catawiki organiseren daarom ook steeds meer veilingen waarbij de verkopers door IADAA erkende antiquairs dienen te zijn zoals bij deze Apulische lekanis.

Overdreven berichtgeving

De bekende Antwerpse kunsthandelaar gespecialiseerd in de klassieke oudheid Drs Karl Stimm heeft zijn bedenkingen bij de berichtgeving: ‘Wat de Antwerpse verzamelaar betreft is de Belgische berichtgeving zeer rommelig. Men spreekt van een collectie van ruim 700 artefacten met een totale waarde van liefst 11 miljoen euro. De foto’s met carabinieri in actie op een Vlaamse zolderkamer zijn merkwaardig en de getoonde keramiek is van een dermate lage kwaliteit dat je wellicht minimaal aan tienduizend stukken moet denken om aan het genoemde miljoenenbedrag te komen.’

Cullturele piraterij

De Nederlandse voorzitter van IADAA Vincent Geerling gaat zelfs verder. ‘Het gaat hier over een collectie die in meer dan dertig jaar werd opgebouwd. Een andere bron vertelde IADAA dat geen enkele illegaliteit aangetoond werd en dat de verzameling verre van een tiende van de genoemde 11 miljoen euro waard blijkt. De claim van illegale opgraving of export blijkt helemaal niet bewezen. Artikel 7 van de EU-regelgeving (Article 7 of the European Union’s Regulation 93/7) die destijds van toepassing was stipuleerde dat de Italiaanse overheid één jaar tijd had om een claim in te dienen vanaf het moment dat ze de eigenaar en plaats van het erfgoed kenden.’ In 2014 breidde de EU de termijn uit tot drie jaar. ‘Hoe dan ook de Italiaanse claim is 25 jaar te laat’ aldus Geerling. Bovendien is door publicatie van de collectie 1 januari 1993 het “watershed year” voor de EU-regelgeving.

Bovendien is volgens IADAA de eigenaar helemaal geen kunsthandelaar. ‘Tenzij de Carabinieri, Eurojust en justitie kunnen bewijzen dat de kunstvoorwerpen na 1 januari 1993 uit Italië werden gesmokkeld lijkt de beslagname onrechtmatig. De confiscatie van een levenslang opgebouwde verzameling lijkt meer op nationalisme en culturele piraterij.’ Zegt Geerling zeer stellig. IADAA heeft nog meer juridische argumenten maar legt ook nadruk op het feit dat de autoriteiten artikel 19 van de richtlijn 2014/41 schonden, namelijk strikte vertrouwelijkheid.

“Article 19 Confidentiality

  1. Each Member State shall take the necessary measures to ensure that in the execution of an EIO the issuing authority and the executing authority take due account of the confidentiality of the investigation.”

Zowel Eurojust en de Italianen publiceerden persberichten, details en afbeeldingen. ‘Dit is niet de eerste keer dat de Italianen de EIO-regels schenden. Zoals professor Karl Raimund in een gedetailleerde studie in april 2020 van een gelijkaardige zaak deed. Hier weigerde het Berlijnse Hof van Beroep samenwerking met de Italianen.’ Volgens IADAA zijn de burgerrechten van de verzamelaar dus geschonden.

Meer lezen
Tijdvakken
Landen