Dorestad: plaats zonder heilige
Het is opvallend dat er in de bodem van Wijk bij Duurstede vrijwel geen objecten gevonden zijn die op een christelijke leefwijze van de bewoners van Dorestad duiden. De hiernaast afgebeelde bronzen riemtong met een gelijkarmig kruis, hét christelijke symbool bij uitstek, is één van de zeer weinige uitzonderingen.
Cultusplaatsen en relieken
Er bevonden zich weliswaar enkele (parochie)kerken in Dorestad, terwijl de meeste graven oost-west georiënteerd waren en daarmee een christelijke manier van begraven suggereren. Maar er waren geen bijzondere cultusplaatsen of relieken te vinden. Er was ook geen heilige bron, zoals we die op veel plaatsen in onze streken kunnen vinden. Het is zelfs onvermeld gebleven wie er de eerste kerk heeft gesticht en dat is opmerkelijk voor zo’n belangrijkte plaats.
Vita Dagoberti
Ook ontbreken beschrijvingen van mirakelen die als promotie van een cultusplaats en een daarmee verbonden heilige kunnen worden beschouwd. Alleen in de Vita Dagoberti figureert Dorestad bij wijze van uitzondering als de plaats waar een wonder verricht werd. Maar dit heiligenleven is pas in de tiende eeuw, na de ondergang van Dorestad geschreven en kan daarmee als middeleeuwse city marketing geen betekenis meer hebben gehad.
Neutraliteit van Dorestad
Dorestad was net als de andere belangrijke Frankische handelshaven Quentovic (een verdwenen plaats in het huidige departement Pas-de-Calais een plaats zonder beschermheilige. Waarschijnlijk was dat niet zonder reden, omdat een overdaad aan christelijk religieus vertoon heidense handelspartners kon afschrikken. Dat was anders in de meeste marktplaatsen binnen het Frankische Rijk waar vaak relieken van heiligen te vinden waren die bedevaartgangers van heinde en verre aantrokken. Maar Dorestad moest vóór alles een neutrale functie behouden waar verschillende culturen zich thuis konden voelen.
Goddeloze plaats
Geestelijken zullen niet zo gecharmeerd zijn geweest van deze pragmatische politiek en voeren dan ook liever aan Dorestad voorbij, zoals Alcuin het uitdrukte. Zij hebben Utrecht eeuwenlang als hét belangrijke kerkelijke centrum afgeschilderd en Dorestad vaak geheel verzwegen. Het moet hen hebben gestoken dat het profane Dorestad zich had ontwikkeld tot een plaats van betekenis die het kerkelijke Utrecht geheel overvleugelde.
De tegenstelling tussen beide plaatsen heeft voor de ontplooiing van Dorestad een belangrijke rol gespeeld. Want door de opkomst van Utrecht als kerkelijk centrum heeft de handelsplaats nooit meer een belangrijke religieuze betekenis gekregen. Het lijkt wel alsof de geestelijkheid zich ervoor schaamde iets met deze goddeloze plaats te maken te hebben.
De (moeizame) verhouding tussen Dorestad en de geestelijkheid wordt belicht op de expositie ‘Bonifatius in Dorestad’ in Museum Dorestad, nog te zien tot 7 december.