‘Verzamelaars’ van de Vroege Middeleeuwen
Door: Maarten den Hartigh
Op een regenachtige voorjaarsdag is het stil en rustig rondom de historische boerderij. Als ik in de opening van het woongedeelte sta hoor ik alleen zachte stemmen met het geknetter van een warm vuur uit de boerderij en de regen die op het grind slaat. Vanuit de stal hoor ik de geiten mekkeren, maar vogels houden zich stil. Het is een grauwe dag, maar toch weerhoudt dat mij er niet van om mijn mantel om me heen te slaan en de regen in te stappen.
Het is voorjaar en de eerste wilde kruiden zijn al opgekomen. Ik maak een kort rondje langs de kruidenvegetatie rondom de akker. De brandnetel komt op, de daslook brengt een aangename frisse lucht met zich mee en het speenkruid doet zelfs al zijn best om te gaan bloeien. Ik heb een mand bij me en verzamel alle kruiden die ik nodig heb voor een lekker sausje bij het avondeten.
Landbouwcultuur
De geschiedenisboeken hebben ons geleerd dat met de komst van de landbouw, ruim 4000 jaar geleden, de cultuur van de ‘jagers en verzamelaars’ verdween. Het maakte plaats voor een nieuw dieet, gebaseerd op granen, cultuurgewassen en vlees uit de veehouderij.
Ook in de Vroege Middeleeuwen was deze landbouwcultuur de fundering van het bestaan. Dat blijkt uit de typerende woonstal-boerderijen en teruggevonden akkerpercelen. Uit paleobotanisch onderzoek blijkt dat graansoorten, die vooral op de zandgronden beter verbouwd konden worden, een belangrijk onderdeel zijn geweest van de voeding (A. Nieuwhof, 2012).
Een gezonde voeding
Het nieuwe ‘landbouwdieet’ heeft vele negatieve gevolgen gehad voor de diversiteit in voeding voor de mens en daarmee ook de voedingswaarde en energie die we als mens binnenkrijgen. Ook voor mensen in de Vroege Middeleeuwen is gevarieerde voeding van essentieel belang geweest voor het functioneren in een harde en zware omgeving.
Mensen leefden destijds in direct contact met hun omgeving en het landschap. Zij waren immers genoodzaakt om zich in hun woonsituatie en overleving aan te passen aan de fysische omstandigheden. Deze mensen hadden daarom waarschijnlijk veel verstand van hun omgeving, zo ook wat de mogelijkheden daarvan waren. Denk hierbij aan het verzamelen van geneeskrachtige kruiden voor de zieke familieleden, het plukken van veenbessen op de trilvenen en het verzamelen van zeekraal op de kwelders.
We durven vast te stellen dat mensen, - net als tegenwoordig- graag gezond wilden zijn. Aangezien wilde kruiden en planten een logisch en bijna onmiskenbaar gedeelte zijn van een gezonde voeding, waren dit basisingredïenten voor het ‘Vroegmiddeleeuwse’ dieet (L.E. Grivetti & B.M. Ogle, 2000).
Smakelijke aanvulling
Het is moeilijk vast te stellen of de Friese boeren uit de Vroege Middeleeuwen veel wild voedsel verzamelden. Wel kunnen we vaststellen uit de paleobotanie dat de meeste inheemse planten en kruiden ook al voorkwamen in de Vroege Middeleeuwen. Dit is een gezonde aanvulling voor ons dieet binnen de experimentele archeologie. Vanuit deze overtuiging nemen wij bij de WIRONII de geplukte daslook, zevenblad en dovenetel mee en spoelen deze af om ze vervolgens met een klein beetje olie te verstampen. De brandnetel flamberen we even kort boven het vuur, snijden dit dan heel fijn, en vermengen het met het sausje. Ongeveer 15 minuten later wordt er heerlijk gegeten van een authentieke stoofpot. Het ‘wilde sausje’ blijkt een fantastische smaakmaker bij het eten en is bovendien ook nog eens erg gezond.
Bronnen
L.E. Grivetti & B.M. Ogle. Value of traditional foods in meeting macro- and micronutrient needs: the wild plant connection.University of California and the Swedish University of Agricultural Sciences, Uppsala, 2000.
http://journals.cambridge.org/download.php?file=%2FNRR%2FNRR13_01%2FS0954422400000032a.pdf&code=2ff0a026b473d3bb0e528452fc6608c7
Nieuwhof, A. Macrobotanische resten in de terp Peins-oost. Een onderzoek naar natuurlijke en antropogene vegetaties en vroege landbouw. Rijksuniversiteit Groningen, 2012.