Hoe schoon waren mensen in de prehistorie?
Sergio Locatelli via Unsplash
Zo schoon waren mensen in de prehistorie
Af en toe geven archeologische bronnen inzicht in de persoonlijke hygiëne van mensen in de prehistorie. Was er zeep? Werd er gebruikgemaakt van make-up of andere manieren waarop de oermens het uiterlijk verfraaide? Dit is wat er bekend is over de hygiëne van de oermens.
Grondstoffen voor zeep
Wie aan schoon denkt, denkt aan zeep en shampoo. Zeep kan gemaakt worden van kaliloog en dierlijk vet. Planten kunnen vervolgens gebruikt worden om een lekkere geur toe te voegen aan de zeep, zoals lelie, agave, jasmijn maar bijvoorbeeld ook de karmozijnbes, klimop en koekoeksbloem. Deze grondstoffen waren in de prehistorie voorhanden, maar er is nog geen bewijs dat de oermens hier daadwerkelijk zeep mee maakte.
Persoonlijke verzorging is zeer breed. Een woordvoerder van het ALLABOUTHER-beautyplatform geeft aan dat persoonlijke verzorging tegenwoordig onder andere bestaat uit het scheren en epileren van (gezichts)haar, het verzorgen van het haar en de huid, het knippen en eventueel lakken van de nagels, het gebruik van make-up en het schoonmaken van de oren.
In Europa kennen we archeologisch zogeheten toilet sets sinds de ijzertijd. Deze sets bestaan uit een oor lepel, pincet en nagelreiniger. Er zijn al pincetten gevonden uit de bronstijd, terwijl de oudst gevonden pincet in Nederland uit de Romeinse tijd stamt. Het oudste scheermes is zo’n 20.000 jaar geleden gemaakt van steen. Scheermessen van brons zijn bekend sinds de bronstijd en vanaf de ijzertijd worden deze ook van ijzer gemaakt. Mensen gingen dus al vroeg op zoek naar een oplossing tegen ongewenst lichaamshaar.
Haarverzorging in vroegere tijden
De Cashel Man uit de bronstijd had kort haar. Net als de haren van andere veenlijken bewijst dit dat het haar werd geknipt, geschoren, geborsteld en/of gekamd. Er is zelfs haargel aangetroffen op het kapsel van de Clonycavan Man uit de ijzertijd. De oudste kam die bekend is uit de archeologie komt uit Perzië. De ouderdom wordt op 5.000 jaar geschat.
Mondhygiëne in de oertijd
Af en toe worden er archeologische vondsten gedaan die wetenschappers iets vertellen over de mondverzorging van de oermens. Zo laat onderzoek in het huidige Spanje naar tandplak van de neanderthalers sporen van coniferenhout zien. Volgens de onderzoekers zijn hier twee verklaringen voor: de oermens gebruikte coniferenhout als tandenstokers of ze gebruikten hun tanden als derde hand. Het idee dat er 49.000 jaar geleden al tandenstokers gebruikt werden door neanderthalers spreekt tot de verbeelding.
De oudst bekende aanwijzing van tandheelkunde stamt uit de oude steentijd, ongeveer 14.000 jaar geleden. In Italië is een verstandskies gevonden die duidelijke sporen vertoond van het verwijderen van bedorven tandbeen. Dit is gedaan met een vuurstenen werktuig. De eerste boringen zijn zo’n 7.500 tot 9.000 jaar geleden gedaan in neolithisch Pakistan. Onderzoekers hebben na experimenten geconcludeerd dat hiervoor een boogboor met vuurstenen punt gebruikt is. Een 6.500 jaar oude gevulde tand is gevonden in Slovenië. De tand bevat sporen van bijenwas. Waarschijnlijk is het gat hiermee opgevuld om de pijn te verzachten.