Wat kunnen we leren van opgravingen in oude steden?
Afbeelding Pixabay
Wat we kunnen leren van negenduizend jaar oude stad
Hoe zou het leven geweest zijn in een stad, zo’n vijfduizend jaar geleden? Dat zullen de archeologendie onlangs in het noorden van Israël een stad hebben ontdekt, zich afvragen.
Bij grondwerkzaamheden werd tussen Tel Aviv en Haifa een opgraving gedaan die leidde tot de ontdekking van deze oude stad. Bij onderzoek bleek dat de stad was gebouwd op de restanten van een nog oudere nederzetting. Die lijkt zelfs tweeduizend jaar ouder te zijn.
Er komt een verkeersknooppunt op deze plek
Een enorme opgraving, de grootste die in Israël ooit gedaan is. Wat er te zien is zijn restanten van huizen, straten, steegjes en pleinen. Ook zijn er enorm veel resten gevonden van onder meer beeldjes, potscherven en gereedschap.
Dat je er ooit met je rugzak dames of rugzak heren op naartoe kunt gaan om de resten van deze enorm oude stad te bekijken, lijkt vooralsnog niet waarschijnlijk. Er zal een verkeersknooppunt worden gebouwd op deze plek.
Er kan geschiedenis worden geschreven
Oude steden, die nog wel eens tijdens opgravingen worden ontdekt, kunnen na studie een beeld geven van hoe de mens duizenden jaren geleden leefde. Archeologen smullen daarvan. En de geschiedenis kan worden geschreven. Zo kunnen we ons eigen leven herleiden. Waarom zijn we zie we zijn en waarom doen we wat we doen? Alles heeft een oorsprong.
De pas ontdekte stad in Israël wordt overtroffen door een nog oudere ontdekte nederzetting, die niet aan het zicht onttrokken is door bijvoorbeeld een verkeersknooppunt, maar open blijft liggen voor onderzoek. Dat is Çatalhöyük in Turkije. Een Britse archeoloog, James Mellaart, begon in 1961 met opgravingen naar deze ontdekte stad.
Stad blijkt negenduizend jaar oud
Deze stad lijkt maar liefst negenduizend jaar geleden bewoond te zijn geweest. De locatie bestaat uit twee heuvels die verworden zijn tot een complex die bekend staat als een archeologische vindplaats voor de studie van het Neolithicum, het tijdperk waarin de mens na jarenlang als nomade te hebben geleefd, voor een vaste woonplaats koos. Het is de start van de landbouw en veeteelt.
Mellaart had vier jaar de leiding over dit project, en werd in 1993 opgevolgd door Ian Hodder. Beide zijn archeologen die mogelijk met pakken informatie in hun Cowboysbag tas of ander exemplaar, jarenlang bezig zijn geweest een link te leggen tussen de vondsten en het leven van de mens zoveel jaren terug.
Er zijn inmiddels meerdere woonlagen blootgelegd. Na studie blijken de bewoners zich over grote afstanden te hebben verplaatst voor de landbouw en de bouw van hun huizen. Daarentegen speelde een deel van het sociale leven zich vooral in het om het huis af. De woningen zijn allemaal vrijwel identiek en lijken plaats te hebben geboden aan families van vijf tot tien personen.
Je kwam via het dak het huis binnen
Opvallend is dat de huizen geen ramen hadden en dat je binnenkwam via een gat in het dak waar een ladder onder stond. Er zijn schilderingen aangetroffen met onder andere geometrische figuren en afdrukken van handen. De huizen zelf hebben graven, in plaats van een aparte begraafplaats in de nederzetting.
Waarom de mensen de plek weer hebben verlaten is niet bekend, zo meldt National Geographic. Er blijkt nog maar een paar procent van het oppervlak van Çatalhöyük te zijn onderzocht. Er liggen nog duizenden huizen onder de grond die mogelijk leiden tot meer duidelijkheid over hoe de mens zo lang geleden leefde.