De Philharmonie in Haarlem.

De Philharmonie in Haarlem.

Steven Lek, CC BY-SA 4.0, via Wikimedia Commons

Terugblik: Reuvensdagen 2011

Reinoud Schaatsbergen

De Reuvensdagen werden druk bezocht door archeologen uit het hele land.Zoals uitgevers Manuscripta hebben, zo hebben archeologen de Reuvensdagen. Dit jaarlijkse congres, vernoemd naar de eerste hoogleraar in de archeologie ter wereld, zet de belangrijkste archeologische bevindingen en ontwikkelingen op een rij en fungeert als het ware als een ontmoetingsplek voor archeologen uit Nederland. Archeologie Online was in de gelegenheid om op donderdag 24 november het congres bij te wonen.

De Reuvensdagen vonden dit jaar plaats in de sfeervolle Philharmonie in hartje Haarlem. Dit is een stad met een rijke historie, zoals stadsarcheoloog van Alkmaar Peter Bitter beeldend wist te zeggen: “De bodem van de stad is een metershoog archief.”

De openingslezing door dagvoorzitter Anja van Zalinge gaf ons een helder beeld van het verloop van de Reuvensdagen. Voornamelijk de relatie tussen historici en archeologen en welk effect zij hebben op de cultuurhistorische waarde van archeologische vondsten vandaag de dag werd aan de orde gesteld. Al snel werd de plaats van Van Zalinge ingenomen door Elvira Sweet, gedeputeerde van de provincie Noord-Holland voor Cultuur, Bestuur en Zorg.

Aandacht voor archeologie
Tijdens de Reuvensdagen werd er uitgebreid ingegaan op de media-aandacht vandaagSweet stond stil bij de bijzondere vondst die eerder dit jaar werd gedaan in de Helderse Duinen, namelijk die van een Engelse soldaat uit de tijd van Napoleon. Haar aanleiding hiervoor was de modernisering van de archeologische berichtgeving en de media-aandacht die het vakgebied de laatste aantal jaren krijgt. Bij de vondst van de soldaat was deze aandacht ongekend. “Als bij een kraamvisite stond de pers om de vitrine, ademloos en in stilte,” aldus Sweet. “Het is een jongetje.”

Het gevolg van deze media-aandacht is een enorme tijdsdruk voor archeologen, een onderwerp dat meerdere malen naar voren kwam tijdens het congres. Door deze tijdsdruk hebben archeologen nauwelijks de tijd om gedegen onderzoek te doen naar de vondsten die zij doen. In het geval van de Engelse soldaat werd het onderzoek naar zijn identiteit vrij vroeg gestaakt, omdat Engeland de zaak niet als een prioriteit zag. Wat bleek: enkele dagen later lieten de Britse Coldstream Guards weten dolgraag de archeologische restanten terug naar het vaderland te willen halen. De conclusie dat het onderzoek vastliep, was dus te vroeg getrokken.

Tijdsdruk
De stand van Archeologie Online/Magazine.Daarna volgde de plenaire lezing van de Reuvensdagen, gehouden door Dick de Boer, mediëvist en emeritus-hoogleraar aan de Rijksuniversiteit Groningen. Hij sneed het onderwerp van de hoge werkdruk nog eens aan. Overal zijn rapporten voor nodig, van opgravingen tot onderzoeken, en in een verwijzing naar Archeologie Online vermeldde hij dat de archeologische depots uitpuilen van de talloze vondsten die worden gedaan in Nederland.

De haast waar archeologen vandaag de dag mee moeten werken, is destructief voor hun werk. Tijd voor opgravingen hebben zij nauwelijks, laat staan voor een onderzoek. “Welke archeoloog kan zich nog permitteren om analyses te schrijven, waar hij in de dagelijkse praktijk steeds moet werken met het gehijg van de ‘pit-bulldozers’ in zijn nek,” aldus de Boer. Verder in de lezing wist hij dit extra te illustreren: “Archeologen mogen wel nesten bouwen, maar geen eieren leggen.”

De handen ineen slaan
Op de Reuvensdagen waren veel archeologische gadgets te koop, waaronder metaaldeDe kwestie is, aldus de Boer, terug te leiden naar de relatie tussen historici en archeologen. Hij vergeleek het historisch bedrijf waar zij onderdeel van zijn met een archipel - een eilandengroep. De historici en archeologen bewonen elk hun eigen eiland en oefenen vanaf daar ‘al dan niet letterlijk geïsolationeerd’ hun bedrijf uit. Zo zouden historici de archeologen enkel zien als leveranciers van details, niet als mede-auteurs van historische verslagen en documenten.

De Boer zou dit anders willen zien. Hij nam voorbeeld aan het opgegraven kasteel van de Heren van Amstel. Er werd lang gediscussieerd tussen historici en archeologen of het nu daadwerkelijk om een kasteel ging. “Zo’n dialoog zou vaker moeten plaatsvinden,” liet hij weten. Het was namelijk een uitstekend geval waarin archeologie en geschiedenis ‘hand in hand gaan’. Tijdens de lezing ‘Historische archeologie’ later op de dag werd een oplossing geboden: archeologen en historici zouden eerst apart aan de slag moeten zodat ze later de handen ineen kunnen slaan.

Archeorock
Na de lezing kon men zich tegoed doen aan koffie en een heerlijke lunch. Verspreid over de semi-moderne binnenhallen van de Philharmonie stonden stands van archeologische bedrijven, waaronder de BAAC (adviesbureau voor archeologie, bouwhistorie en cultuurhistorie), SOB Research (Instituut voor Archeologisch en Aardkundig Onderzoek) en de ARC (Archaeological Research & De stands waren vaak doeltreffend ingericht.Consultancy). Ook werden de nieuwste metaaldetectors en ander meetapparatuur voor de enthousiastelingen onder ons uitgestald.

Na enkele interessante lezingen over vuursteenvindplaatsen, nieuwe methodes en technieken bij opgravingen, recente archeologische onderzoeken, archeologie en ethiek, enzovoorts was het tijd voor een borrel. Ook werd er uitgekeken naar de Archeorock, optredens van enkele rockbands met leden werkzaam in de archeologie. Voordat we het wisten was de donderdag van de Reuvensdagen alweer ten einde.
 

Meer lezen
Tijdvakken
Landen