Uit nieuw onderzoek blijkt dat neanderthalers wel degelijk tegen rook konden.
Pixabay
Neanderthalers konden wél tegen rook
Het idee dat moderne mensen Neanderthalers verdrongen doordat ze beter beschermd waren tegen gifstoffen uit rook, ligt onder vuur. Een eerdere studie die dit suggereerde, wordt nu weerlegd door genetisch onderzoek van wetenschappers uit Leiden en Wageningen. Het is op 24 november gepubliceerd in Molecular Biology and Evolution.
Vuur opwekken en gebruiken wordt gezien als een van de belangrijkste innovaties tijdens de evolutie van de mens. Vuur bracht bijvoorbeeld warmte, bescherming tegen roofdieren en uitbreiding van het dieet doordat het garen van rauw oneetbaar voedsel mogelijk werd. Omdat vuursporen slecht bewaard blijven, is het erg onduidelijk wanneer vuurvaardigheden ontstonden en daarmee ook of ze al lange tijd gangbaar waren onder Neanderthalers.
Tegenstrijdig onderzoek...
Een nadeel van vuurgebruik is de blootstelling aan giftige stoffen in rook. In 2016 verschenen twee tegenstrijdige genetische studies, over welke van de twee beter tegen de gifstoffen uit rook kon: Neanderthalers of moderne mensen. Een groep Amerikaanse wetenschappers onderzocht een receptoreiwit (aryl hydrocarbon receptor of Ah receptor) dat reageert op gifstoffen die ook in rook zitten en dat enigszins verschilt tussen beide mensachtigen. Ze concludeerden dat Neanderthalers tot wel duizend keer gevoeliger waren voor deze gifstoffen dan moderne mensen.
De andere groep bestond uit Leidse onderzoekers, onder wie hoogleraar archeologie Wil Roebroeks en moleculair bioloog/toxicoloog Jac Aarts. Met collega’s van Wageningen University & Research concludeerden zij op basis van onderzoek naar negentien genen juist het tegenovergestelde. Neanderthalers hadden meer genvarianten die giftige componenten in rook beter onschadelijk maken dan de meeste moderne mensen.
Beschermende genvarianten bleken overwegend evolutionair oudere varianten te zijn.
...Maar nu niet meer
Aarts en zijn Leidse en Wageningse collega’s hebben nu de eerdere studie van hun Noord-Amerikaanse collega’s herhaald. Ze gebruikten een nieuwe opzet om met hun experiment de menselijke biologie beter te benaderen. Zo gebruikten ze menselijke cellen en geen rattencellen, zoals hun voorgangers. Ook onderzochten ze het receptoreiwit heel precies door de complete en originele genetische varianten te bestuderen. De uitkomst: er is geen aanleiding om te concluderen dat dit receptoreiwit Neanderthalers kwetsbaarder maakte voor gifstoffen uit rook.
Vuur en menselijke biologie
Prehistorisch vuurgebruik vormt een van de zwaartepunten in Leids archeologisch onderzoek. Eerder toonde Leids onderzoek aan dat vroege mensachtigen waarschijnlijk vele honderdduizenden jaren in Europa overleefden zonder over vuur te beschikken. Het waren Leidse archeologen die in 2018 voor het eerst vuurproductie door vroege mensachtigen aantoonden. Ook zetten Leidse archeologen het wereldwijde gebruik van vuur in de vormgeving van landschappen door jager-verzamelaars prominent op de kaart. Die studie is in nu zeer actueel vanwege de problematische toename van natuurlijke branden in Australië en Amerika.
Ook de nieuwe resultaten van Aarts en collega's zijn van breder belang dan alleen voor onze kennis van vroege mensachtigen. Deze publicatie benadrukt het grote belang van het onderzoeken van de functie van eiwitten in hun relevante biologische context.
Bron: Universiteit Leiden