Hunebedcentrum zet in op meer totaalbeleving van de prehistorie
Het Hunebedcentrum in Borger is gelegen op zo'n 18 km ten westen van Drenthe´s hoofdstad Assen, halverwege tussen Groningen en Emmen. Aan de wieg van dit centrum staat professor Van Giffen, die in 1967 het initiatief nam om in deze plaats een hunebedmuseum in te richten. Dat kwam er en fungeerde aanvankelijk als Oudheidkamer.
In 1987 werd een nieuw museum als informatiecentrum geopend in een oud Armenwerkhuis op de huidige locatie bij het fotogenieke hunebed D27. Dat informatiecentrum ging zich vervolgens in meer professionele zin ontwikkelen en werd in 1995 een grote aanbouw rijker. 'We waren intussen uiteraard blijven nadenken over meer mogelijkheden om onze presentatie van de prehistorie levendiger en eigentijdser te maken', lichtte directeur Hein Klompmaker in een interview in Archeologie Magazine (nr 2 van 2005, pag. 6-11) toe.
'Daarbij gingen we steeds meer uit van een verhalende, belevende, spannende expositie, een ervaring die men kan ondergaan, ook inhakend op het feit dat heel Drenthe eigenlijk een archeologisch museum is. Er is hier geweldig veel te zien op een relatief kleine oppervlakte: 52 hunebedden en ruim 800 grafheuvels, er zijn karrensporen, galgenbergen, urnenvelden en akkercomplexen. Het hunebed fungeert in dat verband voor ons als de poort naar het prehistorische verleden, de prehistorische sensatie. Ook wordt daarbij aandacht besteed aan hedendaagse culturen die de prehistorie en dus ook de hunebedbouwers ook als inspiratiebron gebruiken. Dat kan variëren van poëzie tot beeldende kunst en theater'.
Die ambitie resulteerde in 2005 in de opening van een nieuw hoofdgebouw en de verbouwing van het oude gebouw. Het Hunebedcentrum presenteert thans in die gebouwen de hunebedden en de Trechterbekercultuur in een verhaal van 150.000 jaar geschiedenis van het Hondsruggebied, waarin Geopark de Hondsrug een belangrijke centrale rol vervult. Daarin fungeert het centrum als museum, kenniscentrum en openluchtpark. Dat laatste omvat niet alleen het grootste hunebed van Nederland, maar ook een Oertijdpark waarin verschillende boerderijen uit de historie zijn nagebouwd en waarin bezoekers ook aan verschillende activiteiten en evenementen kunnen deelnemen. En vanaf 2009 tevens een Keientuin, waarin vele duizenden zwerfkeien van verschillende gesteentetypen liggen die in Drenthe tijdens de voorlaatste ijstijd, zo'n 150.000 jaar geleden, terecht kwamen.
Erfgoedavontuur
De museale presentatie is alweer ruim tien jaar oud en is inmiddels min of meer gedateerd nu ze steeds minder bij veranderde, ook meer multimediale, wensen van de bezoekers blijkt aan te sluiten. Het Hunebedcentrum werkt momenteel aan de uitvoering van plannen voor een herinrichting waarin de beleving nog meer en beter bij bezoekerswensen aansluit. Adjunct-directeur Harrie Wolters: 'We hebben nu een masterplan ontwikkeld dat uitgaat van een integrale benadering van omgeving en museum, monumenten en landschap, fysieke en virtuele presentatievormen, authenticiteit en beleving/inleving. Kortom, een totaalbeleving, waarbij het verhaal van de oudste monumenten van ons land - de hunebedden - als een erfgoedavontuur wordt gepresenteerd dat ook alle zintuigen prikkelt.
Erfgoed als avontuur betekent voorlichting en informatie in de vorm van belevende verhalen, over de zoektocht naar meer kennis en over het leven in de prehistorie'. In dat verband wordt ook verder gewerkt aan nationale en internationale samenwerking. Zo is het Hunebedcentrum een van de oprichters en huidig voorzitter van de Europese organisatie 'Megalithic Routes', een samenwerkingsverband tussen gebieden en organisaties die megalithische monumenten als basis hebben. Het beoogt de vele prehistorische monumenten met elkaar te verbinden door middel van routes, informatie, musea, kennis en educatie. In 2013 werd deze nieuwe organisatie officieel erkend door de Raad van Europa en is het onderdeel geworden van de Culturele Routes van Europa.