Geen foto

Cultuurproeven in een groen paradijs op aarde

Reinoud Schaatsbergen

Spoorzoeken in Umbrië, geboorteregio van ‘Il Perugino’

Tekst en foto’s: Lou Lichtenberg

Plafondschilderingen in de Aeneas-zaal van het Palazzo della Corgna.Naast het meer toeristische Toscane is het ‘groene hart’ van Italië gelegen, Umbrië. Deze regio is enerzijds rustieker, maar daarom anderzijds niet minder aantrekkelijk, vooral wat de overvloedige overblijfselen uit vele rijke cultuurperiodes betreft. Talrijke min of meer ommuurde stadjes op de vele heuveltoppen bleven goed bewaard en laten fabuleuze kunstschatten uit de tijdperken van de Umbriërs, Etrusken, Romeinen, Middeleeuwen en Renaissance zien. We probeerden een indruk van deze regio te krijgen en trokken vooral rond in het gebied rond het Trasimeno-meer op de grens van Umbrië en Toscane.

‘This is Italy, man!’ Al tuffend in ons gehuurde autootje vanaf de luchthaven van de bekende havenplaats Ancona richting binnenland spoken deze woorden uit de mond van een verbaasde Amerikaanse toerist me voortdurend door het hoofd. Een stralende zon tegen een blauwe lucht, romantische stadjes, dorpjes en kasteeltjes op de toppen van glooiende heuveltjes, chaotische verkeerstaferelen aan de voet daarvan door groene vlakten hier en daar met zonnebloemen, dit alles zorgt voor een sfeer waarin deze woorden goed gedijen.

We rijden richting Umbrië, waar de natuur nog ongerept en het leven tijdloos lijken. Een regio waarin historie, kunst en cultuur ook een prima voedingsbodem hadden en hebben. Daarvan getuigen zo op het oog, spiedend vanuit een auto die in dit landschap toch altijd maar weer te snel voortkruipt, ontelbare sporen. Voortdurend voel je daarbij een dringende behoefte tot stoppen, om die resten van een rijk of arm verleden nader te kunnen bestuderen. Maar het reisschema, dat nooit een variant lijkt te kunnen bieden op het steeds weer te strak gereglementeerde lijstje van wensen of soms beter gezegd eisen, bepaalt helaas ook hier opnieuw anders. Er is in Umbrië zoveel op dit en ander gebied te zien, dat elke aan tijd gebonden persoon wel moet kiezen. En dat doen we door ditmaal voor deze reis het noordelijke deel en meer in het bijzonder het Trasimeno-meer en omgeving te kiezen, nadat we eerder Umbrië’s zuidelijke deel, met als hoogtepunten de prachtige plaatsen Orvieto en Spoleto, onveilig hadden gemaakt.

Gubbio
We naderen de befaamde plaats Assisi, waar de Romeinse tijd en de Middeleeuwen nog steeds gloriëren, zoals we ons bij eerdere bezoeken herinnerden. In het middeleeuwse centrum, met daarin en in aangrenzende delen ook bebouwing daterend van de Romeinen, getuigen talrijke overblijfselen van dit roemrijke verleden. Het geheel wordt extra aantrekkelijk gemaakt doordat het met een onvergetelijk pittoresk sausje is overgoten.

Gubbio, één van de best bewaarde middeleeuwse steden.De stad, waarin je zonder meer dagen kunt ronddolen, is vooral bekend geworden door de heilige Franciscus, die hier geboren en getogen is en waaraan ook ontelbare sporen op velerlei plaatsen en met name in kerken herinneren. De Basilica di San Francesco, met zijn beschilderde beneden- en bovenkerk, vormt een ware topattractie, ook in zijn gerestaureerde staat na de forse aardbeving van 1997. Van de bouwwerken rondom het centrale plein, de Piazza del Comune, herinneren we ons vooral de imposante pilaren van de uit de eerste eeuw v.Chr. daterende tempel van Minerva, die in de loop der tijd allerlei bestemmingen kreeg (waaronder de huidige, uit de 15e eeuw stammende functie van kerkgebouw).

Kortom, Assisi heeft terecht haar grote naam en faam verworven. Maar voor deze reis besluiten we eens een wat minder bekende maar niet minder fameuze plaats meer noordwaarts in Umbrië wat steviger onder de loep te nemen, Gubbio. Deze stad speelde ook in het leven van Franciscus van Assisi een grote rol: hier vond hij onderdak na zijn vertrek uit het ouderlijke huis en wist hij volgens de overlevering ook een gevaarlijke wolf tot de orde te roepen. Thans gaat de plaats door voor een van de best bewaarde middeleeuwse steden.

Maar ook hier Romeinse sporen en ook overblijfselen van hun voorgangers de Umbriërs, een volksstam die zich omstreeks het eerste millennium v.Chr. hier ten oosten van de Tiber en in de Apennijnen vestigde. Gubbio werd aan de voet en deels tegen de helling van de Monte Ingino gesticht en in de Romeinse tijd uitgebreid over de nabijgelegen laagvlakte. In de Middeleeuwen kreeg de stad het merendeel van zijn huidige bebouwing, waaronder het markante Palazzo dei Consoli, evenals een omwalling.

Bij aankomst in Gubbio word je meteen aan een recentere en triestere fase van zijn historie herinnerd. Het Piazza Quaranta Martiri gedenkt de executie van veertig partizanen door de nazi’s in 1944, zoals uit het hieraan gelegen standbeeld valt op te maken. Aan dit plein ligt tevens de imposante 13e-eeuwse San Francesco, met daarnaast, een langverwacht standbeeld van de heilige met de wolf. In de kerk zijn overigens ook resten te onderkennen van het huis van de familie Spadalonga, die Franciscus onderdak bood na zijn vertrek uit Assisi. Het plein wordt voltooid door een 14e-eeuws gebouw met een lange zuilengang en een loggia, het oude ziekenhuis (Antico Ospedale), dat later in handen kwam van het gilde van wolhandelaren.

De benenwagen voert je vervolgens via de 13e- eeuwse San Giovanni, met zijn eenvoudige gotische voorgevel, brede portaaltrappen en romaanse klokkentoren, naar de Piazza Grande. Onmiddellijk valt daar het oog op de trots en grootste blikvanger van de stad, het elegante Palazzo dei Consoli, dat tussen 1332 en 1349 werd opgetrokken mede ten behoeve van volksvergaderingen. Thans bevindt zich in dit fraaie voorbeeld van civiele architectuur het Museo Civico, een kunstgalerie en een archeologisch museum. Dat herbergt onder meer de befaamde Tavole Eugubine, zeven bronzen platen met daarop in de oude Umbrische taal informatie over de (vooral religieuze) gebruiken en tradities in de regio vóór de komst van de Romeinen. Vanuit de loggia van het paleis valt te genieten van een fraai uitzicht over de stad en wijde omgeving.

Resten van een Romeins theater in Gubbio. Dit bood plaats aan ca. 6000 bezoekersVia een aantal trappen vanaf dit centrale plein bereik je nog een aantal interessante gebouwen, waaronder de 13e-eeuwse kathedraal met aangrenzend het Palazzo Ducale, in renaissancestijl gebouwd tussen 1475 en 1480 voor hertog Federico da Montefeltro. In het naburige 12e-eeuwse Palazzo dei Canonici is het Museo Diocesano ondergebracht, dat prachtige voorbeelden laat zien van schilder- en beeldhouwkunst uit de 13e en 14e eeuw (waaronder werk van Mello da Gubbio) en dat tevens interessante archeologische vondsten toont. Een wandeling door de Via dei Consoli en de Via Gabrielli stelt je niet alleen in staat te genieten van tal van schilderachtige straattaferelen, maar maakt het ook mogelijk de 14e-eeuwse San Domenicokerk, het kleine gotische laat-13e- eeuwse Palazzo del Capitano del Populo en een middeleeuwse stadspoort (Porta Metauro) met stadsmuren te bewonderen.

De Romeinse overblijfselen in het zuidwestelijke vlakke gedeelte van de stad zijn eveneens niet te versmaden. Daartoe behoren resten van een mausoleum, woonhuizen met mozaïekvloeren en een theater dat plaats bood aan 6000 bezoekers.

Trasimeno
Gubbio blijkt een prima opmaat te zijn voor wat ons verder in Umbrië te wachten staat. Daartoe vervolgen we onze reis richting Trasimenomeer. We naderen hier het groene hart van Italië, blijkens de uitgestrekte velden met zonnebloemen, wijn- en olijfgaarden. De plekken in en rond het Trasimeno-meer zijn gemakkelijk te bereiken vanuit Città della Pieve, zo leerden we uit toeristische informatie. Dit aardige, intieme stadje met zijn schilderachtige smalle straatjes (waaronder het smalste straatje van Italië, 80 cm breed) ligt vlakbij de grens van Umbrië met Toscane. Je ziet het al van verre liggen door zijn opvallende roodgekleurde bakstenen huisjes rond een drietal kerkjes.

Oorspronkelijk schijnt Città della Pieve een Etruskische kolonie te zijn geweest van Chiusi, de Toscaanse stad die zo’n tien kilometer verder gelegen is. Maar deze Umbrische buurgemeente, die vroeger de naam Castel della Pieve droeg, is meer bekend geworden als de geboorteplaats van de schilder Pietro di Cristoforo Vannucci, oftewel Pietro Vannucci, ook wel ‘Il Perugino’ of kortweg ‘Perugino’ genoemd. Deze renaissanceschilder en latere leermeester van onder meer Rafaël zag hier rond 1450 het levenslicht en zijn geboortehuis valt ook nog steeds te bewonderen in de inmiddels naar hem genoemde straat, de Via Vannucci.

Città della Pieve is een aardig, intiem stadje.Met aan de overkant het Oratorium van de Santa Maria dei Bianchikerk, waarin een van zijn fraaiste werken te bewonderen valt, de Aanbidding door de Magi (Driekoningen) uit 1504. In de nabij gelegen kathedraal Santi Gervasio e Protasio bevinden zich nog twee schilderijen van zijn hand. Het daartegenover gelegen Palazzo della Corgna, een herenhuis toebehorend aan de aristocratische familie Della Corgna, waarin thans de stadsbibliotheek en een expositieruimte zijn ondergebracht, is ook prachtige beschilderingen rijk en wel 16e-eeuwse fresco’s van de hand van Pomarancio (de laat- renaissanceschilder Niccolò Circignani). Deze heeft ook de evenzo fraaie fresco’s vervaardigd in een ander herenhuis van deze familie, het Palazzo della Corgna in Castiglione del Lago vormt.

We zijn dan intussen bij het hoofddoel van onze reis, het Trasimenomeer, beland. Dit meer is qua grootte – 128 vierkante meter en een omtrek van zo’n 60 km - het vierde meer van Italië. Het is omgeven door vlakten geleidelijk overgaand in heuveltjes, afgewisseld door versterkte middeleeuwse stadjes, torentjes en andere bouwwerken die voornamelijk van oudsher een defensieve functie hadden of die later – vooral in vreedzamere tijden – door en voor vissers benut werden en worden. Deze meerregio heeft allereerst alle kenmerken van een omvangrijk en groots natuurgebied. Maar het meer is tevens talrijke pittoreske en fotogenieke plaatsen rijk. Bovendien vormt de regio eveneens voor de liefhebbers van kunst, cultuur, geschiedenis en archeologie een waar paradijs. Een vogelvlucht over dit paradijselijke oord moge dat alles illustreren.

Deze vlucht begint bij het eerder genoemde voornaamste bouwwerk van Castiglione del Lago, het Palazzo della Corgna. Dit huis is met een overdekte doorgang verbonden met het Rocca del Leone, een fraai gelegen vijfhoekig fort met vier hoektorens en een centrale driehoekige verdedigingstoren. Deze 13e-eeuwse burcht vormt een van de mooiste voorbeelden van middeleeuwse militaire architectuur in Umbrië.

Meer naar het noorden komen we bij het plaatsje Tuoro sul Trasimeno, gelegen tegen de helling van de Monte Castellucio met uitzicht op een kleine brede vlakte aan de noordoever van het meer. Hier vond bij het krieken van de dag op 24 juni 217 v.Chr. gedurende de tweede Punische oorlog de befaamde Veldslag bij het Trasimeno-meer plaats, waarbij Hannibal het leger van de Romeinse consul Caius Flaminius in een val lokte en vervolgens in de pan hakte. Geen wonder dat hier in de loop der tijd ook een groot aantal archeologische vondsten aan het licht kwam, zoals wapens, paardentuig, gespen, munten, enz.

De herinnering aan deze drie uur durende veldslag wordt levend gehouden door een permanent documentatiecentrum en een route door de vlakte, waar op een negental plaatsen door middel van informatieborden het verloop van de slag gevolgd kan worden. Althans volgens de thans gangbare uiteenlopende theorieën van enkele deskundigen die getracht hebben de plaatsen waar de strijd geleverd werd in kaart te brengen. Bovendien is ter herinnering hieraan een openluchtmuseum ingericht met moderne beelden door hedendaagse internationaal bekende kunstenaars: 27 bewerkte zuilen die een tafel omringen waarop een zonnesymbool is gemonteerd. Dit Campo del Sole vormt een indrukwekkend eigentijds memoriaal van een bloedbad dat alleen al aan Romeinse kant het leven van 15.000 soldaten inclusief de consul zou hebben gekost.

De drie eilanden in het meer, Isola Polvese, Isola Maggiore en Isola Minore, zijn per (veer) boot vanuit Tuoro, maar ook vanuit het eerder genoemde Castiglione del Lago en het meer oostwaarts gelegen Passignano sul Trasimeno bereikbaar. Het grootste van de drie, Isola Polvese, is vandaag de dag niet meer bewoond, maar fungeert meer als een natuurreservaat. Hier zijn wel nog ruïnes te zien van een 15e-eeuws kasteel en van een eveneens uit die periode daterend drietal kerkjes met klooster. Het Isola Minore is in particuliere handen van een adellijke familie en kan niet worden bezocht.

Het derde eiland, Isola Maggiore, is alleszins een bezoek waard. Hier bracht de heilige Franciscus een veertigdaagse vastentijd door, aan welke periode twee kapelletjes herinneren. Een daarvan werd gebouwd over een door hem gegraven diepe bron, zo leert een overlevering. Het andere omvat de rots die gedurende zijn vastentijd als legerstede diende. Hoe dat ook zij, in ieder geval hebben de muggen hier thans vrij spel. En het 15e-eeuwse vissersdorpje op dit eiland is schilderachtig gebleven, evenals het snoezige kerkje San Michele Arcangelo uit de 11e eeuw, met schilderingen van de Umbrische school van de 12e tot de 14e eeuw. De 19e-eeuwse luxe villa Guglielmi, gebouwd op een Franciscaans minderbroederklooster uit 1328, was ooit de verblijfplaats van hoge adellijke en politieke gasten. De villa verkeert thans in een vervallen staat, maar is vooralsnog niet in handen geraakt van beroemde filmspelers die er hun begerige oog op hebben laten vallen.

Detail van een 16e-eeuws fresco in het Palazzo della Corgna te Città della PieveTerug aan de noordelijke oever van het meer herkennen we in de structuur van het plaatsje Passignano sul Trasimeno verschillende tijdperken, alsmede sporen van de Etrusken, Romeinen en Middeleeuwen. Het driebeukige kerkje, gewijd aan San Cristoforo, dateert uit de 10e-11e eeuw en beschikt over vroegmiddeleeuwse zuilen en pilasters en 13e-15e-eeuwse fresco’s. In het nabije hooggelegen dorpje Castel Rigone bevindt zich het Sanctuario della Madonna dei Miracoli, een meesterwerk van de Umbrische renaissance-bouwkunst. Het interieur bevat tevens 15e- en 16e-eeuwse topstukken van de hand van Umbrische en Toscaanse meesters.

Aan de oostkant van het meer bevinden zich interessante vissersdorpjes. Een daarvan, San Feliciano, is tevens een alleraardigst museum rijk, waarin de geschiedenis en de verschillende facetten van het visserijwezen in het Trasimeno-meer belicht worden (Museo della Pesca). Aan de hand van allerlei objecten en historische foto’s vertelt het museum op voor jong en oud boeiende wijze het verhaal over het wel en wee van deze bedrijfstak die voor deze regio zo belangrijk was en is. In de onmiddellijke omgeving van dit dorpje ligt het stadje Magione, dat zijn naam dankt aan een versterkt 13e-eeuws bouwwerk dat begin 14e eeuw in handen kwam van de Maltezer Ridderorde. Vervolgens werd het meerdere malen verbouwd tot het huidige markante vierhoekige kasteel, voorzien van vier hoektorens en een binnenhof met aan drie kanten drie galerijen boven elkaar.

Zuidwaarts
Ten zuiden en op korte afstand van het Trasimeno-meer zijn nog verschillende andere pittoreske dorpjes en stadjes te bewonderen die een bezoek alleszins waard zijn. Zuidwestwaarts, op korte afstand van ons startpunt Città delle Pieve, bevindt zich nog net in Toscane het interessante plaatsje Chiusi. De oudste overblijfselen hier zijn Etruskisch, hetgeen op twee markante manieren te zien valt.

Allereerst in het belangrijke Nationaal Etruskisch Museum dat je in het centrum van deze plaats kunt bezoeken. Vele fraaie sarcofagen en andere zaken die met begravingen verband houden of die in graven werden meegegeven worden hier getoond. Rondom het stadje kan voorts de Etruskische necropool worden bezocht, waarvan in de loop der tijd een twintigtal graftombes zijn geopend, maar slechts enkele nog in een redelijke staat verkeren. De 12e-eeuwse kerk in het centrum heeft een mooi interieur, maar interessanter is het museum waarvan een onder de kerk gelegen waterbassin uit de 1e eeuw v.Chr. deel uitmaakt.

Verder naar het oosten is op een berghelling Paciano gelegen, een intiem en schilderachtig plaatsje uit de 14e eeuw omringd door nog intacte stadsmuren met zes torens en drie toegangspoorten. Vlakbij bevindt zich, ook weer op een heuvel, Panicale, een schitterend oud plaatsje dat zich in een cirkel rond drie pleinen ontwikkelde die trapsgewijs naar de top van de heuvel voeren. Op het onderste plein wordt het oog onmiddellijk naar een 15e-eeuwse fontein van travertijnsteen getrokken. Daar beneden is in een bocht van de straat ook het Teatro Cesare Caporali gesitueerd, een juweel van theaterarchitectuur uit de 17e eeuw.

Aan het middelste plein ligt een aan aartsengel Michael gewijde kerk van Longobardische oorsprong. Het plein op de top grenst aan het gotische Palazzo del Podestà. Even buiten de Porta Fioretina komen we in de kerk van San Sebastiano weer onze vriend Perugino tegen, die hier een van zijn werken heeft nagelaten. De ‘Marteling van de Heilige Sebastiaan’ uit 1505 wordt beschouwd als een van de meesterwerken van de Renaissance en laat de heilige tijdens de marteling zien met op de achtergrond een glimp van het liefelijke Umbrische landschap. In deze kerk valt ook een aan zijn leerling Rafaël toegeschreven fresco te zien.

Het onderste plein van drie in Panicale.In 1523 stierf ‘Il Perugino’ ook in deze omgeving en wel in het middeleeuwse dorpje Fontignano, dat eveneens op een heuvel gelegen is. Een van zijn laatste werken, Madonna met Kind, is daar aan de zijmuur van een kerkje (de Chiesa dell’Annunziata) te aanschouwen. Hij schilderde daarbij ook nog in de apsis een afbeelding van de kribbe, maar dat kunstwerk – zijn laatste - werd medio 19e eeuw uit de kerk verwijderd en aan een Brit verkocht. Thans behoort het tot de collectie van de National Gallery in Londen. Volgens een overlevering zou het stoffelijk overschot van de aan pest overleden Perugino ook vlakbij dit kerkje begraven zijn. Een zoektocht hiernaar in 1911 leverde een verzameling knoken op die door experts aan hem werden toegeschreven en die vervolgens in een marmeren kistje eveneens in de kerk zijn bijgezet.

Dit artikel is eerder verschenen in Archeologie Magazine nummer 1 van 2011. Klik hier om dit nummer na te bestellen of klik hier om direct een abonnement te nemen en geen enkel nummer meer te missen.

Meer lezen
Tijdvakken
Landen
Thema's