Hoe klinkt een Romeinse soldaat?
Aan een Romeinse soldaat in beweging rammelt en rinkelt van alles: het van zijn gordel afhangende “schortje” in de vorm van enkele strips met ijzerbeslag lijkt zelfs meer bedoeld te zijn om geluid te maken dan om het kruis te beschermen (iets wat je uit kunt proberen); maar ook de rest van zijn bepantsering, en de meegedragen wapens en werktuigen laten het geluid van metaal op metaal horen.
Geschreven door: Frits Naerebout
Gerammel en gerinkel
Dat was de infanterist; de cavalarist heeft een paard waarvan het tuig voorzien is van allerhande beslag dat mede bedoeld is om met de beweging mee te rammelen. Wanneer een legereenheid voorbij komt marcheren, dan is het een leven als een oordeel en je hoort het leger naderen – zelfs als het nog niet direct in zicht is. Maar ook de enkele soldaat op straat maakt zijn komst al vanaf enige afstand kenbaar door zijn gerammel en gerinkel.
Teveel ijzer op ijzer
De rinkelende-rammelende soldaten kunnen niet anders dan rinkelen en rammelen: teveel ijzer op ijzer. Maar ze rinkelen en rammelen dus kennelijk ook heel bewust door beslag te bevestigen op een manier die het geluid maximaliseert. Daar kunnen we redenen voor bedenken. Om te beginnen: het marcheert lekker. Romeinen marcheerden in de pas, als het landschap dit toeliet (in ruig terrein lukt het niet – ook daar is mee geëxperimenteerd). Om in de pas te blijven waren er geschreeuwde en geblazen commando’s, maar ongetwijfeld ook samen zingen, en dus rinkelen in de maat.
Herrie geeft status
Ten tweede maakt al die herrie de vijand angstig: een leger met een bepaalde reputatie maakt zijn komst kenbaar. In geval van hinderlagen en dergelijke kan al dat geluid dat je voortbrengt zich tegen je keren – maar ik denk niet het Romeinse leger in staat was om zich in stilte voort te bewegen, of dat wilde. Ten derde geeft het status: het specifieke rammelen en rinkelen van wapentuig en aanverwante spullen deelt aan de omgeving mede: hier zijn we dan, het leger. Maak plaats, toon respect. Wees dankbaar want wij bieden bescherming (we zijn zelfs zo goed georganiseerd dat we niet uw voorraadschuur leeg eten). En zo werkt het ook voor diegenen die het rinkelen horen. Is het een groepje soldaten met een kwade of al te vrolijke dronk: misschien maar beter gauw de andere kant op. Of positief: we kunnen rustig slapen, het leger is present en waakt.
Wapendragers in een ontwapenende samenleving
Kortom, de klank van een soldaat roept allerhande associaties op, die te maken hebben met “het Romeinse Rijk”. De soldaten zijn de wapendragers in een ontwapende samenleving; zij vertegenwoordigen het rijk, de keizer; zij voeren oorlog, de soldaten van elders en de lokaal gerekruteerden. Het leger, dat zijn de échte Romeinen: als je in het leger gaat, dan leer je Latijn, en vier je Romeinse feestdagen en mag je rinkelen als onderdeel van een machinerie die het gehele rijk omspant.
Re-enactment & de zintuigen
Als we een en ander wat breder trekken, dan kunnen we vragen naar een historisch soundscape: hoe klonk het verleden? Een interessant gedachtenexperiment – of kunnen we het ook reconstrueren? Met name daar waar re-enactment plaatsvindt worden onze zintuigen aangesproken, of zouden dat moeten worden: het gezichtsvermogen (met name duisternis is tegenwoordig een schaars goed), reuk (rotting en bederf, rook – ook al merendeels uitgebannen), gehoor – daar gaan we hieronder nog even op door. Tast speelt bij re-enactment meestal een beperkte rol – maar, om maar een enkel voorbeeld te noemen, Romeinen hadden veel last van jeuk dankzij ongedierte.
Stilte in het Romeinse Rijk
Gewoonlijk moet het nogal stil geweest zijn in het Romeinse Rijk: de stad was op de drukkere punten erg lawaaiig, maar daarbuiten hoorde je de wind, het water, de dieren. Last- en rijdieren maakten niet veel geluid waar de weg onverhard was. Mensen produceren geluid: al ploegend of smedend, hak, krakend hout van een kar, een watermolen. Er wordt af en toe wat geroepen, er wordt een lied gezongen. Af en toe klinkt een muziekinstrument. Je hoort gepraat en gelach opstijgen uit de kroeg, het badhuis, de privéwoning. En dan: een rammelend cohort soldaten. Voor een flink deel zijn het bekende geluiden voor ons – waar we nog het minst mee vertrouwd zijn, is stilte: altijd hoor je wel ergens een verbrandingsmotor en de wrijving van banden op een weg. En weet je daaraan te ontsnappen, dan komt er altijd nog een vliegtuig over.
Geluidsdecor van het verleden
Hoezeer we ook proberen ons het “geluidsdecor” van het verleden voor te stellen, waar het ons allicht aan ontbreekt is hoezeer geluiden kunnen staan voor een hele ideeënwereld. Als we in het archeologisch pretpark de smid horen hameren, dan denken we: leuk, een smid, ze hebben ook aan alles gedacht. En het is nostalgie: we zien of horen niet dagelijks smeden in hun smederij, voor onze (over)grootouders nog een normale zaak. Maar hebben bepaalde geluiden voor mensen in een bepaald tijdvak een betekenis die maakt dat het geluid van alles in hun binnenste loswoelt? We hebben op het puur individuele vlak allemaal de ervaring dat een bepaald beeld (iets gezien vanuit een specifiek gezichtspunt en met een specifieke lichtval), maar meer nog bepaalde geuren of geluiden, iets in gang zetten in ons brein: allerlei associaties en herinneringen.
Geluid & identiteit
Collectief bestaat zoiets ook: Alain Corbin schreef in 1994 over wat kerkklokken betekenden voor de dorpsbewoner in Les cloches de la terre. Klokken waren zoveel meer dan een mechaniek dat de uren slaat of in geval van nood geluid wordt. Hun klank staat aan het ene uiteinde voor een heel christelijk wereldbeeld, aan het andere voor de eigen lokale identiteit. Om een eigen voorbeeld te noemen: wanneer ik op de eerste maandag van de maand het luchtalarm hoor, dan heb ik daar persoonlijke gevoelens bij, maar ook gevoelens en gedachten die ik met allerlei anderen van mijn generatie deel, namelijk reminiscenties aan Koude Oorlog, Bescherming Burgerbevolking, de dreiging van “de bom”. Wanneer men het maandelijks uittesten van het luchtalarm afschaft, zoals de bedoeling lijkt te zijn, dan verdwijnt een heel mechanisme van trigger and response. Zoals met de klank van de Romeinse soldaat ook het bewustzijn van het Romeinse Rijk verdwenen is.