Fonkelende schatten in het Fries Museum
Het goud der Friezen fonkelt als nooit tevoren in het Fries Museum in Leeuwarden. Daar zie je sprankelende sieraden, blinkende munten en ander glinsterend goud opgegraven uit de Friese bodem. De tentoonstelling Goud - Gevonden schatten uit de middeleeuwen neemt je mee naar de schatkamers van het vroegmiddeleeuwse Friesland. De prachtige gouden voorwerpen vertellen over de rijkdom, macht en status van de Friezen.
Verhalen uit de terpen
De terpen waarop de Friezen eeuwenlang woonden, hebben de geschiedenis goed voor ons bewaard. Het zijn de schatkamers van het oude Friesland. Het goud werd ontdekt bij terpafgravingen, archeologische opgravingen en door metaaldetectorzoekers. Er is zoveel goud gevonden dat Friesland tussen de Romeinse tijd en het jaar 1000 een van de rijkste gebieden van Nederland moet zijn geweest.
Macht en magie
Wie het goud bezat, had de macht. Krijgers imponeerden hun tegenstanders met versieringen op zwaarden en belangrijke dames droegen de mooiste broches. Achter elke hanger, munt of zwaardknop gaat een opmerkelijk verhaal schuil. Goud vertelt deze bijzondere verhalen.
Goud staat ook voor magie. Goudsmeden werden gezien als een soort magiërs, die uit een grondstof fraaie sieraden creëerden voor de elite. De versieringen tonen heidense goden en mythologische wezens. En soms bevatten ze verborgen boodschappen in runen, een oud schrift uit het Noordzeegebied. Sommige goudsmeden hadden een echte Friese stijl, andere lieten zich inspireren door invloeden uit Scandinavië en Groot-Brittannië.
Schitterende schatten
In 1953 werd in het dorpje Wijnaldum een deel van een bijzondere speld gevonden. In de loop van de tijd doken er steeds meer stukjes op van deze fibula van rond het jaar 600. Het is een icoon van de Friese archeologie en met recht een topstuk van het Fries Museum. Zo is de mantelspeld ingelegd met meer dan driehonderd schitterende almandijnen: rode granaten uit het verre India. Bovendien is het vroege goud vaak nog heel zuiver. Het goud van de fibula is bijna 24 karaats! Het is daarnaast het grootste ingelegde sieraad uit vroegmiddeleeuws Nederland en misschien wel uit Europa. Een ander hoogtepunt van de tentoonstelling is het gespschildje dat opdook in dezelfde Friese terp. In 2014 verworven en nu voor het eerst getoond. Ook is de schat van Wiuwert, normaal te zien in het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden, speciaal voor de goudtentoonstelling naar het Fries Museum gekomen. De grootste goudschat van Noord-Nederland is weer een tijdje terug op Friese bodem!
Oog in oog met Beitske, de dame uit de terp
In de terpen wordt niet alleen goud gevonden. Een van de meest bijzondere vondsten uit de terpen is het graf van een vrouw uit de 7de eeuw. Als nevenproject van de goudtentoonstelling gaf het Fries Museum deze dame een gezicht, het eerste Friese gezicht!
Van de originele schedel van het skelet van de boomkistdame is een nauwkeurige kopie gemaakt door Maja d’Hollosy van Skullpting. Zij bouwde het hoofd vervolgens met forensische methoden laag voor laag op. Het resultaat van de gezichtsreconstructie wordt samen met het originele boomkistgraf gepresenteerd.
Bij een gezicht hoort natuurlijk ook een naam, daarom schreef het museum een prijsvraag uit. Er is massaal gereageerd op de oproep: het museum ontving bijna 2800 reacties. De meest ingezonden naam was Beitske! Een passende naam: typisch Fries en met een speelse verwijzing naar de plek waar ze gevonden is: Hegebeintum.
Wie de terpbewoners waren die al dat goud bezaten, ontdek je in deze bijzondere presentatie.