Een historische kaart van IJsselstein.
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed [CC BY-SA 4.0] via Wikimedia
Restanten vestingmuur IJsselstein opgegraven
Bij recente opgravingen in het Utrechtse IJsselstein zijn restanten opgegraven van de oude vestingmuur die in het verleden de stad omsloot. Het gaat om de overblijfselen van twee historische bastions die behoorden tot de verdedigingswerken van de historische binnenstad.
De gemeente IJsselstein is van plan de opgegraven stadstorens te gebruiken bij de herinrichting van het historische centrum. Zo gaf Hanneke van Engeldorp Gastelaars, senior archeoloog bij archeologisch projectontwikkelaar ADC ArcheoProjecten, in gesprek met AD aan dat voormalige vestingmuur in de toekomst onderdeel uit moet gaan maken van het IJsselsteinse stadsgezicht: “[wat] zo leuk is aan deze opdracht, is dat de gemeente aangaf dat de restanten in de [in de grond] moeten blijven zitten en deel moeten gaan uitmaken van de herinrichting.” De archeologische opgravingen worden mogelijk gemaakt door de werkzaamheden van project Schuttersgracht, dat voorziet in de bouw van woningen, horeca en winkels.
Herontwikkeling van vindplaats
Voor het gebied rondom de opgraving (de IJsselstijnse Molenstraat) heeft de gemeente grootse plannen. Zo staat de ontwikkeling van een ambitieus grand café op de rol, waarin de vorm van een bastiontoren wordt verwerkt in het terras. De Molenstraat wordt gekenmerkt door een rijke historie. Zo werd de locatie van de huidige straat rond 1390 voorzien van twee verdedigingstorens, en heeft er voor lange tijd een molen gestaan. Tot slot was de Nicolaasschool tussen 1915 en 1973 gevestigd in de Molenstraat.
IJsselsteins erfgoed
Bij de opgravingen werden telkens laagjes van maximaal drie centimeter afgegraven. Tijdens deze werkzaamheden stuitten de archeologen op verschillende bijzondere vondsten: zo troffen experts de restanten van een brandweerhuisje aan, en werden kloostermoppen (middeleeuwse bakstenen) van de voormalige waltoren gevonden. Van Engeldorp Gastelaars legt uit: “De torens dienden vanaf 1390 tot halverwege de 15de eeuw voor de verdediging van IJsselstein. Daarna maakte de komst van steeds zwaardere kanonnen ze in feite overbodig“. Alhoewel de twee torens nog te zien waren op een oude kaart van IJsselstein uit 1649, is de tweede bastiontoren niet meer zichtbaar op een vergelijkbare kaart uit 1843.
De zoektocht naar deze tweede verdedigingstoren leverde voor lange tijd niets op. De archeologen hadden de hoop bijna opgegeven, toen zij alsnog de bakstenen van het middeleeuwse bouwwerk aantroffen. Omdat de restanten van het gebouw in situ (in de grond) zullen blijven, zullen de contouren van de opgraving in de toekomst worden gebruikt bij de herinrichting van het grondgebied waar de muur ooit heeft gestaan.