Geen foto

33.000 jaar oude hondenschedel opgegraven in Siberië

De opgegraven hondenschedel, nog vrijwel helemaal intact.Een uitstekend bewaarde eeuwenoude hondenschedel is opgegraven in een grot in de Siberische Altai bergen. Na onderzoek bleek het bot een van de vroegste tekens van hondendomesticatie ooit te vertonen.

Een team van internationale archeologen deden de vondst. Het viel het team direct al op dat de schedel, die stamt uit de laatste ijstijd, afweek van die van hedendaagse honden of wolven. Hoewel de snuit qua grootte overeenkomt met die van Groenlandse honden van 1.000 jaar terug, komen de grote tanden juist overeen met die van wilde Europeaanse wolven van 31.000 jaar terug.

Het resultaat is een schedel van een hond in een vroeg stadium van domesticatie, zegt evolutiebioloog dr. Susan Crockford, een van de auteurs van het onderzoek. “De wolven waren niet expres gedomesticeerd,” aldus Crockford. “Het proces van wolf naar hond was een natuurlijk proces.”

Hiervoor waren echter wel mensen nodig. “Op dat moment waren mensen op heel veel dieren aan het jagen en lieten ze stapels aan botten achter,” legt Crockford uit. “Dat trok wolven aan.” De botten werden door de dieren opgeruimd en andere dieren werden afgeschrokken. Hierdoor zouden ze al snel als een goede toevoeging van een jager gezien konden worden.

Echter, door de ijstijd werden de mensen geforceerd om verder te reizen. Bovendien werd voedsel schaarser en lijken de mensen van  toen zonder hun honden verder te zijn gegaan. Deze eeuwenoude Siberische hond zou daardoor aanbeland zijn op een zogenaamd evolutionair dood eind.

Bron: BBC

Meer lezen
Tijdvakken