De bergmoeder & de rots | Matar-heiligdom Arslankaya (Turkije)
Koning Midas is de hoofdpersoon in twee mythen. In het ene verhaal kreeg Midas op eigen verzoek de 'golden touch' en veranderde alles wat hij aanraakte in goud. Hij kwam er al snel achter dat goud moeilijk te verteren is. In de tweede mythe kwam hij eerlijk voor zijn muzikale voorkeur uit. Hij prefereerde het geluid van de panfluit boven dat van Apollo's lier en dat zinde de god niet. Uit rancune liet hij Midas' oren uitgroeien tot ezelsoren.
Koning Midas en godin Matar
De mythe vertelt dat Midas koning was van Phrygië (centraal Turkije) en de archeologie leert dat hij een historische figuur was die rond 700 vC overleed. Zijn naam komt voor in inscripties en wellicht is zijn graftombe bij Gordion gevonden. Deze MOZAÏEK gaat over de bijzondere godin die Midas en zijn Phrygiërs vereerden. In het berglandschap van westelijk Phrygië – ten zuidwesten van Ankara – staan nog schitterende herinneringen aan haar. Ze werd Matar (Moeder) genoemd.
Arslankaya - Leeuwenrots
Ze werd niet in gebouwde tempels vereerd, maar in gevelmonumenten uitgehakt in verticale rotsen. Een schitterend voorbeeld daarvan is Arslankaya (letterlijk: Leeuwenrots). In een adembenemend landschap is de ruim 7m hoge rots al van verre te zien.
De voorkant van de rots is zo behakt dat het de gevel van een gebouw lijkt met een 'voordeur' en met een geometrisch patroon aan weerszijden van deze 'ingang'. De gevel is bekroond met een fronton met twee staande, gevleugelde sfinxen.
Belangrijke godheid voor Phrygiërs
Op het hoogste punt van het fronton lijken de 'balken' door te lopen en te eindigen in een mooie kromming, door sommigen geïnterpreteerd als stierenhoorns. In de diepe nis is duidelijk te zien dat de illusie van een écht gebouw bewust is nagestreefd, want zelfs de twee opengeslagen deuren zijn weergegeven.
In de nis staan enkele figuren die sterk geërodeerd zijn. Centraal staat een mens met aan weerszijden een leeuw die op zijn achterpoten staat en zijn voorpoten rusten tegen het hoofd van de centrale figuur. Andere gevelmonumenten hebben nog een Phrygische inscriptie, hier is die verdwenen. In die inscripties wordt de staande figuur Matar of Meter (Moeder) genoemd. Ze was de enige godheid die de Phrygiërs groots en overal vereerden.
Een gehalveerd reliëf
Laten we de Arslankaya-Matar (ca. 2.20m hoog) vergelijken met een – helaas gehalveerd – reliëf (ca. 1.10m hoog) dat bij Ankara werd gevonden en nu in het fraaie archeologische museum aldaar te zien is. De Ankara-Matar draagt een nauwsluitend, lang gewaad met een ceintuur en op haar hoofd heeft ze een hoge 'kroon' (polos genoemd). In haar ene hand houdt ze een schaaltje en in de andere een vogel. Links – en ongetwijfeld ooit ook rechts – van haar staat een fabelwezen, een leeuw van boven en een mens van onderen, op zijn achterbenen. Hij staat op een verhoging, net zoals in Arslankaya, waar de leeuwenpoten hoger staan dan de geërodeerde goddelijke voeten. In het Ankara-reliëf is geen directe aanraking tussen godin en dieren, in Arslankaya wel.
Aan de rechterzijkant van de rotspartij is weer een staande leeuw afgebeeld. Alleen zijn buik, staart en achterpoten zijn nog goed zichtbaar. Aan de linkerzijkant van de rots stond ook een dier, maar die is zo beschadigd dat het niet meer te zien is om welk dier het gaat.
We lopen een paar keer rond de Matar-rots en zien de schitterende en vruchtbare omgeving, zoals de stenen godin die al vanaf de late zevende of vroege zesde eeuw vC zag.
Wie was Matar?
Ze was zeker geen moeder in de gewone zin van het woord, want nergens is ze met kindjes afgebeeld of is het vrouwelijke aspect van de godin benadrukt. Vroeger dachten archeologen dat zij primair de godin van de vruchtbaarheid was en heerseres over de natuur en de dieren. Maar is dat wel zo? Nieuwe opgravingen en vondsten doen vermoeden dat ze door de Phrygiërs veeleer werd gezien als beschermster van (koninklijke) macht en van de staat. Ze was met haar rotsmonumenten buiten de steden aanwezig om ook haar macht over het land zichtbaar te maken. Ze bracht als het ware de stedelijke ambiance – de uitgebeelde architectuurvormen – naar buiten om zo het landschappelijke en menselijke (stedelijke) aspect te verenigen.
Wat de precieze macht van Matar geweest is, is discutabel, maar duidelijk is wel dat ze door Grieken en Romeinen met open armen werd ontvangen. Vanaf de zevende eeuw vC werd ze door de Grieken als godin Kybele overgenomen. In een Homerische hymne (waarschijnlijk eind zesde eeuw vC) lezen we:
" ... de Moeder van alle goden en mensen,
aan wie 't geluid van ratels en pauken, de klank van de fluiten
en het gehuil van wolven en leeuwen met gloeiende ogen
dierbaar zijn, en de galmende bergen en bosrijke dalen.
'k Groet u, godin, met mijn lied ..." (vertaling van Arthur S. Hartkamp)
Noodzakelijk voor het verslaan van Hannibal
In 204 vC verwelkomden de Romeinen haar officieel als Mater Magna (Grote Moeder) of Cybele in Rome, waar ze een heiligdom kreeg op de Palatijn. Een orakel had voorspeld dat hulp van de godin noodzakelijk was om Hannibal te kunnen weerstaan.
Waarom de naam Kybele/Cybele? In Phrygische teksten werd de godin altijd Matar genoemd, maar in twee inscripties is er sprake van Matar "kubileya", dat waarschijnlijk berg betekent. Dus werd ze blijkbaar (incidenteel?) Moeder van de Berg genoemd. Wellicht dat de Grieks-Romeinse naam daarvan is afgeleid.
Zoals zo vaak met goden gebeurt, veranderde in de loop van de tijd de functie van en de riten rond de godin. Zo kreeg de Romeinse Cybele gezelschap van Attis, werd ze vereerd door eunuch-priesters en beloofde ze onsterfelijkheid (na de dood). Ook was er sprake van een stieroffer, maar nog lang niet alle aspecten van de cultus van deze godin zijn duidelijk. Op mijn studiedag in Nijmegen ga ik dieper in op de Romeinse Cybele. Dan heb ik ook aandacht voor keizer Julianus (r.361-363), die een Hymne aan de Moeder van de goden schreef, en voor de vroege christenen die de Cybele-cultus een bedreiging voor hun religie vonden.
We bekeken in Phrygië veel meer Matar-rotsgevels en zagen heel duidelijk dat een enkele Berg-Moeder in de vroege middeleeuwen door ingekraste kruisen Maria werd!
Annet van Wiechen
beeld & tekst © conens & van wiechen