William Matthew Flinders Petrie
Petrie Museum Archive
William Matthew Flinders Petrie (1853-1942)
William Matthew Flinders Petrie (1853-1942) was een Engelse archeoloog, die voornamelijk in Egypte werkzaam is geweest, en wel bijna 50 jaar lang, op ca. 50 verschillende plekken.
Hij ging in 1880 voor het eerst naar Egypte om de grote pyramide van Giza nauwkeurig op te meten. Terug in Londen raakte hij in contact met de rijke Amelia Edwards, die kort tevoren het Egypt Exploration Fund mede had opgericht. Voor deze organisatie voerde Petrie vanaf 1884 zijn eerste echte opgravingen in Egypte uit. Zijn onconventionele, nauwgezette werkmethoden zorgden bij zijn collega’s van de EEF, soms voor opgetrokken wenkbrauwen, maar hij bleef daarvoor met tussenpozen werkzaam tot 1904. Toen richtte hij zijn eigen steun-organisatie op, de British School of Archaeology in Egypt. Hij zou tot 1926, met een onderbreking in de 1e Wereldoorlog, in Egypte blijven graven. Daarna kreeg hij problemen door de veranderde verhoudingen in Egypte, dat indertijd grotere zelfstandigheid ten opzichte van de Britten had verworven, en hij besloot zijn activiteiten naar het toenmalige Britse mandaatgebied Palestina te verleggen. Daar beëindigde hij ook zijn lange loopbaan, na definitief naar Jeruzalem te zijn verhuisd, waar hij in 1942 overleed.
Het Petrie Museum of Egyptian Archaeology in Londen, onderdeel van het University College, is door hem gesticht en bevat een groot deel van de objecten uit zijn opgravingen. Dit nog steeds belangrijke museum is een passend monument voor zijn nagedachtenis.
Constant Willem Lunsingh Scheurleer was firmant uit een oud bankiershuis. Hij had een verzameling oudheden opgebouwd, die hij in eerste instantie op de zolder van zijn woonhuis had tentoongesteld. Uiteindelijk liet hij in 1924 een nieuw museum annex woonhuis bouwen. Om zijn collectie een bredere basis te geven meldde hij zich in 1921 als contribuant aan bij de British School of Archaeology in Egypt, om in ruil daarvoor objecten direct uit diens opgravingen te verwerven, en bleef dat tot 1927. Helaas moest het Museum door een faillissement ten gevolge van de grote beurscrisis van 1929 na 10 jaar, in 1934, de deuren sluiten. Een groot deel bleef behouden voor Nederland door een actie van de Universiteit van Amsterdam, waar het de basis vormde voor het Allard Pierson Museum.